Tijdens het ziektebeloop van multipele sclerose (MS) is er een progressieve afname van de degree centrality in de salience en primaire zintuiglijke netwerken en een toename daarvan in het default-mode network. Deze afwijkingen gaan gepaard met progressief toenemende lichamelijke beperkingen, zo hebben onderzoekers uit Italië en Amsterdam UMC (locatie VUmc) gevonden.
Voxel-wise degree centrality geeft de topografie weer van het hersennetwerk in rusttoestand. Van de 971 deelnemende MS-patiënten hadden 47 het klinisch geïsoleerd syndroom (CIS), 704 relapsing-remitting MS (RRMS), 145 secundair progressieve MS (SPMS) en 75 primair progressieve MS (PPMS). Daarnaast participeerden 330 gezonde controlepersonen in de studie. In rust werd een functionele MRI (fMRI)-scan gemaakt en er vond een klinische beoordeling plaats.
MS-patiënten vertoonden minder degree centrality in de bilaterale insula en de somatosensorische gebieden en meer degree centrality in de bilaterale precuneus en middelste occipitale gyri in vergelijking met gezonde controlepersonen. Deze afwijkingen werden het vaakste waargenomen bij RRMS- en SPMS-patiënten. Daarnaast vonden de onderzoekers bij RRMS-patiënten meer degree centrality in de frontale en temporale regio’s dan bij CIS-patiënten. Deze afwijkingen lagen bij PPMS meer verspreid dan bij CIS. Daarnaast waren bij SPMS-patiënten vaker de precunei en de hippocampus aangedaan dan bij RRMS-patiënten.
Cognitief gestoorde patiënten vertoonden minder degree centrality in de somatosensorische gebieden en meer degree centrality in het default-mode network dan gezonde controlepersonen en cognitief geconserveerde MS-patiënten. Ook werd er een verband gevonden tussen de ernst van de lichamelijke beperkingen en de mate van degree centrality in de rechter precuneus.
Een mogelijke verklaring is dat gedurende de pathogenese van MS het sensomotorisch netwerk kan instorten, waarbij het default-mode network ‘probeert’ deze schade tegen te gaan.
Bron