Het blijkt van belang te zijn welke medicatie als eerste wordt gegeven aan patiënten met amiodaron-geïnduceerde thyreotoxicose (AIT). Een ‘verkeerde’ keuze van de startmedicatie kan leiden tot extra cardiovasculaire events en meer ziekenhuisopnames.
Patiënten krijgen de eerste behandeling voor AIT vaak al voordat zij worden doorverwezen naar een gespecialiseerd centrum. In een studie zijn de klinische en biochemische gegevens van 131 patiënten met AIT bijgehouden bij de eerste diagnose, bij het expertisecentrum en tijdens het hele beloop. Er is vooral gekeken naar hoe de patiënten in eerste instantie zijn behandeld.
Als startmedicatie bleken glucocorticoïden geschikt voor AIT type 2 en methimazol voor AIT type 1, als monotherapie (‘optimal medical therapy’, OMT) of in de juiste dosering als combinatietherapie (‘right-dose combination therapy’, RCT). Deze behandelingen verlaagden de serumconcentratie schildklierhormoon significant (p = 0,018).
Uit de analyse blijkt dat slechts 34,5% van de patiënten de juiste behandeling kreeg (28,1% OMT en 6,4% RCT). Dat betekent dat 65,6% niet de juiste behandeling kreeg. Patiënten die in eerste instantie gezien waren door een huisarts of cardioloog kregen vaak helemaal geen behandeling (respectievelijk 56,9 en 50%). ‘Verkeerde’ medicatie (glucocorticoïden voor AIT type 1 en methimazol voor AIT type 2) werd het vaakst voorgeschreven door endocrinologen buiten het expertisecentrum. Bij deze patiënten duurde de AIT langer.
Cardiovasculaire gebeurtenissen en ziekenhuisopnames kwamen vaker voor bij patiënten die de ‘verkeerde’ medicatie kregen (respectievelijk 33,2 vs. 4,5% en 24,9 vs. 6,5%; p < 0,0001 voor beide). Zij liepen meer risico op aritmie (HR 1,004; p = 0,0008), ‘major adverse cardiovascular events’ (HR 1,004; p = 0,020) en ziekenhuisopname (HR 1,006; p <,0001).
Bron