In een analyse van de CAROLINA-trial is gekeken naar het effect van de DPP-4-remmer linagliptine en het SU-derivaat glimepiride op de eerste terugkerende cardiovasculaire gebeurtenis en de eerste heropname in het ziekenhuis voor welke oorzaak dan ook.
De CAROLINA-trial was een internationale studie met 6033 deelnemers uit 43 landen en meer dan 600 centra (gemiddelde leeftijd 64 jaar, HbA1c 55 mmol/mol, BMI 30,1 kg/m2, eGFR 77 ml/min/1,73 m2, gemiddelde diabetesduur 6,3 jaar, UACR 9 mg/g). Van hen had 42% cardiovasculaire ziekten en 4,5% hartfalen (HF).
Effecten linagliptine versus glimepiride
In de analyse zijn met behulp van een negatief-binomiaal model de effecten van linagliptine en glimepiride gekarakteriseerd. Door in de analyse de eerste én de terugkerende gebeurtenissen bij elkaar te nemen, steeg het aantal cardiovasculaire gebeurtenissen en hartfalen-events vanaf de eerste keer met 10 tot 77%. Het aantal ziekenhuisopnamen nam toe met 119%, met een overeenkomstige stijging van de percentages per 100 patiëntjaren in beide behandelingsgroepen (bijv. 3P-MACE van 2,1 tot 2,8 [LINA] en 2,1 tot 2,9 [GLIM]).
Cardiovasculaire ziektelast
Er bleken geen significante verschillen te zijn tussen linagliptine en glimepiride voor de eerste of terugkerende cardiovasculaire gebeurtenissen of ziekenhuisopnamen. Tijdens de presentatie op de ADA Virtual Scientific Sessions werd benadrukt dat deze analyse laat zien dat patiënten die nog niet lang de diagnose type 2-diabetes hebben, een behoorlijke cardiovasculaire ziektelast met zich meedragen.
Bron: