Orale antistolling vermindert trombusvorming rondom de geïmplanteerde aortaklep zonder dat hierdoor het bloedingsrisico toeneemt. Apixaban was niet beter dan de standaardbehandeling na een transkatheter aortaklepvervanging (TAVR), zo is gevonden in de open-label ATLANTIS-studie.
Eerdere studies leidden tot tegenstrijdige bevindingen over de beste strategie om trombo-embolische complicaties te voorkomen. Het is lastig om de voor- en nadelen van plaatjesaggregatieremming en antistollingstherapie te vergelijken tussen enerzijds patiënten die deze medicatie nodig hebben voor de behandeling van hartziekten, zoals atriumfibrilleren (AF), die niet gerelateerd zijn aan de TAVR-procedure, en anderzijds patiënten die vanwege andere indicaties geen antistollingstherapie nodig hebben, maar wel vanwege de TAVR.
Het antitrombotische beleid na een TAVR is nog niet evidence-based. De rol van een langdurige antistollingstherapie in vergelijking met antiplaatjestherapie staat nog steeds ter discussie. Dit geldt in nog grotere mate voor niet-vitamine-K-afhankelijke orale anticoagulantia (NOAC’s) die tot ongunstige resultaten leidden bij patiënten met een hartklepprothese. De resultaten van NOAC’s zijn echter superieur ten opzichte van VKA bij patiënten met atriumfibrilleren (AF).
Apixaban versus standaardbehandelingtia
De ATLANTIS-studie onderzocht of de NOAC apixaban superieur was aan de standaard antitrombotische behandeling, bestaande uit een VKA of aspirine, na een succesvolle TAVR. Zo’n 1500 gerandomiseerde patiënten hebben de follow-up van een jaar afgerond.
Het primaire eindpunt was de samenstelling van sterfte door alle oorzaken sterfte door alle oorzaken, een transiënte ischemische aanval (TIA) of beroerte, myocardinfarct, kleptrombose, longembolie, diepe veneuze trombose, systemische embolie of ernstige bloeding, gebaseerd op de definities van het Valve Academic Research Consortium. Na 1 jaar was er geen significant verschil in het primaire eindpunt. Dit eindpunt trad op bij 18,4% van de patiënten die apixaban gebruikten en bij 20,1% van de patiënten die waren toegewezen aan standaardzorg.
Hogere niet-cardiovasculaire sterfte
In een subgroep van patiënten bij wie, afgezien van de TAVR-procedure, geen indicatie was voor antistolling, maar die wel apixaban gebruikten, was er een tendens voor een hogere niet-cardiovasculaire sterfte. Deze bevinding verdient volgens de auteurs nader onderzoek. Apixaban bleek de trombusvorming rondom de geïmplanteerde klep te verminderen, zonder dat het bloedingsrisico toenam.
Bronnen