Bij patiënten met diffuus grootcellig B-cellymfoom met een terugval, levert bij een complete remissie een autologe transplantatie betere uitkomsten op dan CAR T-celtherapie. Dit blijkt uit een studie die is gebaseerd op de wereldwijd grootste database over stamceltransplantaties, CAR-T en vergelijkbare therapieën.
Gerandomiseerde studies hebben aangetoond dat bij patiënten met een diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) die een vroege terugval hebben of bij wie kanker niet reageert op eerstelijnsbehandeling, CAR T-celtherapie superieur is aan de historische zorgstandaard, bestaande uit een hoge dosis chemotherapie gevolgd door een autologe stamceltransplantatie.
Vanwege de grote vraag naar CAR T-celtherapie moeten patiënten echter vaak lang wachten en krijgen ze aanvullende chemotherapie ter overbrugging van de periode tot aan de CAR T-celtherapie. Bij sommige patiënten leidt deze chemotherapie tot een volledige remissie.
Bij analyse van gegevens uit de database van het Center for International Blood & Marrow Transplantation Research blijkt nu dat bij patiënten die een ASCT ondergingen minder tweede recidieven optraden en dat hun ziekte langer in remissie bleef dan bij vergelijkbare patiënten die CAR T-celtherapie ondergingen. 2 jaar na de behandeling had slechts 27,8% van de met ASCT behandelde patiënten opnieuw een terugval, vergeleken met 48% van degenen die CAR T-celtherapie hadden ondergaan.
Deze bevindingen ondersteunen ASCT als een legitieme behandeloptie voor patiënten die kandidaat zijn voor CAR T-celtherapie en complete remissie bereiken met overbruggings-chemotherapie, luidt dan ook de conclusie.
Bron: