Bijna de helft van de patiënten die vanwege COVID-19 opgenomen zijn geweest, heeft 6-8 maanden later nog steeds last van symptomen. Dit gold vooral voor vrouwelijke patiënten. Astma is mogelijk een risicofactor voor post-COVID-klachten. Dit is naar voren gekomen uit een Russische cohortstudie.
Terwijl de symptomen van de acute fase van COVID-19 goed zijn bestudeerd, zijn de gevolgen op de lange termijn (post-COVID-aandoening) nog steeds slecht gekarakteriseerd.
Deze cohortstudie evalueerde de prevalentie van aanhoudende symptomen bij volwassenen die tussen 8 april en 10 juli 2020 opgenomen waren geweest vanwege COVID-19. Van de 4755 patiënten die uit de ziekenhuizen werden ontslagen, werden 2649 in de periode daarna geïnterviewd. Hun mediane leeftijd was 56 jaar en ongeveer de helft (51,1%) was vrouw. De mediane follow-upduur was 217,5 dagen.
De deelnemers werden 6-8 maanden na ontslag telefonisch geïnterviewd met behulp van een follow-up case-report-formulier (CRF), dat was ontwikkeld door het International Severe Acute Respiratory and Emerging Infection Consortium (ISARIC) in samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Bijna de helft (47,1%) meldde sinds het ontslag last te hebben van aanhoudende symptomen. De meest voorkomende symptomen waren vermoeidheid (21,2%), kortademigheid (14,5%) en vergeetachtigheid (9,1%).
Daarnaast zijn in deze studie risicofactoren voor de post-COVID-aandoening geïnventariseerd. Vrouwelijke patiënten hadden vaker last van chronische vermoeidheid (oddsratio van 1,67) en van neurologische (OR 2,03), mentale (OR 1,83), respiratoire (OR 1,31) en dermatologische symptomen (OR 3,26), maag-darmstoornissen (OR 2,50) en sensorische problemen (OR 1,73).
Reeds bestaand astma ging gepaard met een toegenomen risico op neurologische (OR 1,95) en stemmings- en gedragsveranderingen (OR 2,02).
Patiënten met aanhoudende COVID-19-symptomen moeten langer gevolgd worden. Daarnaast moeten interventies voor de preventie van post-COVID-manifestaties ontwikkeld worden.
Bron: