Ten opzichte van vinorelbine of gemcitabine verbetert atezolizumab de totale overleving van NSCLC-patiënten die niet in aanmerking komen voor platinumhoudende chemotherapie. De IPSOS-studie vond een bijna 2 keer zo hoge 2-jaarsoverleving.
Van de niet eerder behandelde patiënten met NSCLC heeft ongeveer 40% een ECOG performance status van 2 of hoger en een aanzienlijk deel hiervan komt niet aanmerking voor eerstelijns platinumhoudende chemotherapie of de momenteel beschikbare immunotherapie-combinaties. Om na te gaan of deze specifieke groep baat heeft bij atezolizumab, werd de IPSOS-studie gestart.
De studie randomiseerde 453 patiënten met niet eerder behandeld stadium IIIB/IV NSCLC. Deelnemers hadden een perfomance status van 2 of 3, of van 0 of 1 bij een leeftijd van boven de 70, substantiële comorbiditeit of andere contra-indicaties voor platinumhoudende chemotherapie. De mediane leeftijd van de groepen was 75 jaar en ongeveer 30% was 80 jaar of ouder. Een groep werd behandeld met atezolizumab (n = 302), de andere groep met vinorelbine of gemcitabine, naar keuze van de behandeld arts (n = 151). Het primaire eindpunt van de studie was de OS.
De IPSOS-onderzoekers toonden dat na een mediane follow-up van 41 maanden de 2-jaars OS in de atezolizumab-groep ongeveer twee keer hoger was. De 2-jaars OS was 24,3% in de atezolizumab-groep vs. 12,4% in de chemotherapiegroep. De mediane OS was respectievelijk 10,3 vs. 9,2 maanden (HR 0,78, p = 0,028). Daarmee was de studie positief. Ook secundaire eindpunten zoals het responspercentage waren hoger in de atezolizumab-groep (16,9 vs. 7,9%). In de atezolizumab-groep hadden 4 patiënten (1,3%) een complete respons ten opzichte van 0 in de chemotherapiegroep. Er was geen verschil wat de PFS. Atezolizumab had daarbij als voordeel dat er ongeveer de helft minder graad 3/4 bijwerkingen optraden (16, 3 vs. 33,3%).