Uit de HOVON 141/VISION-studie blijkt dat eiwitprofielen op baseline bij patiënten met chronische lymfatische leukemie voorspellend zijn voor de MRD-status na 15 maanden behandeling met venetoclax plus ibrutinib.
Hoewel gerichte therapieën voor een doorbraak hebben gezorgd bij de behandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL), ontwikkelen veel patiënten resistentie, ernstige bijwerkingen of een terugval tijdens de behandeling. Er is daarom dringend behoefte aan gepersonaliseerde behandelstrategieën.
De HOVON 141/VISION-studie is een gerandomiseerde fase II-studie die de werkzaamheid van minimal residual disease (MRD) geleide behandeling met venetoclax en ibrutinib nagaat bij patiënten met recidiverende/refractaire (R/R) CLL. Een van de studiedoelen was het identificeren van functionele biomarkers op baseline die de MRD-status na 15 maanden kunnen voorspellen.
Hiertoe verzamelden de onderzoekers vooraf perifere mononucleaire bloedcellen (PBMC’s) (n = 186). De patiëntmonsters werden verdeeld in een trainingsset (n = 139; 75%) en een testset (n = 47; 25%), gestratificeerd op basis van immunoglobulin heavy variable (IGHV) en TP53. Na 15 maanden behandeling met ibrutinib plus venetoclax hadden respectievelijk 48, 86 en 5 patiënten in de trainingsset een niet-detecteerbaar, intermediaire en hoge MRD-status.
Een hoge MRD-status in perifeer bloed bleek gepaard te gaan met opwaartse regulatie van 7 eiwitten op baseline in zowel rustende als gestimuleerde B-cellen in de trainingsset van het monster. Een hoog expressieniveau van Bim en verhoogde activering van AKT (pS473) waren bijvoorbeeld geassocieerd met een hoog MRD-niveau.
De eiwitprofielen kunnen volgens de onderzoekers dienen als leidraad voor behandelbeslissingen in toekomstige studies. Ze ontwikkelden hiervoor een aantal protocollen voor gecombineerde immunofenotypering en eiwitprofilering.
Bron: