Met name ouderen met gerecidiveerd/refractair multipel myeloom die niet in aanmerking komen voor een stamceltransplantatie hebben een betere overleving na CAR T-celtherapie dan na een behandeling met BCMA-bispecifieke middelen zoals teclistamab. Dat blijkt uit een Amerikaanse real-world studie.
Het therapeutische landschap voor multipel myeloom (MM) is de afgelopen decennia aanzienlijk veranderd. Voor gerecidiveerde/refractaire MM zijn teclistamab en 2 CAR-T-celtherapieën, idecabtagene vicleucel (ide-cel) en ciltacabtagene autoleucel (cilta-cel), door de FDA goedgekeurd.
Er zijn echter weinig studies die BCMA CAR T-celtherapie en bispecifieke middelen vergelijken. De onderzoekers evalueerden daarom de overlevingsresultaten bij patiënten die teclistamab kregen versus cilta-cel of ide-cel in de praktijk.
Ze selecteerden hiervoor uit het TriNetX Global Collaborative Network, een geanonimiseerde real-world database, alle MM-patiënten die tussen 2021 en 2023 CAR T-celtherapie (ide-cel: 277, cilta-cel: 114) of teclistamab (n = 458) ontvingen.
CAR T-celtherapie liet een betere totale overleving (OS) zien vergeleken met teclistamab. Dit bleek met name voor de cilta-cel-groep te gelden. Uit subgroepanalyses bleek verder dat vooral patiënten van 70 jaar of ouder en patiënten die geen beenmergtransplantatie hadden ondergaan een betere OS hadden na CAR T-celtherapie dan na een behandeling met BCMA-bispecifieke middelen.
Het cytokinereleasesyndroom (CRS) trad vaker op bij CAR T-celtherapie, terwijl de incidentie van het immune effector cell-associated neurotoxicity syndrome (ICANS) in beide groepen vergelijkbaar was.
Bron:
Song J, et al. Real-world comparison of overall survival between BCMA – bispecific and CAR-T therapies in multiple myeloma. ESMO 2024, abstract 802MO.