De toevoeging van pelabresib aan ruxolitinib bij de behandeling van patiënten met myelofibrose leidt tot diepgaandere en duurzame responsen. De combinatie lijkt de beenmergmicro-omgeving te verbeteren en te resulteren in beenmergherstel.
Bromodomein en extraterminale (BET-)eiwitten zijn belangrijke aanjagers van pathogenese en ziekteprogressie van myelofibrose (MF). Pelabresib (pela), een experimentele orale BET-remmer, is in de fase III MANIFEST-2-studie bij patiënten met myelofibrose die nog niet eerder zijn behandeld met een JAK-remmer in combinatie met de standaardbehandeling ruxolitinib (rux) vergeleken met een behandeling bestaande uit een placebo plus rux (pbo + rux)
De combinatie pela + rux bleek in week 24 vier belangrijke kenmerken van myelofibrose te verbeteren: verminderde splenomegalie, verbeterde symptoomscore, verbeterde bloedarmoede en verminderde beenmergfibrose.
De onderzoekers voerden vervolgens met behulp van next-generation sequencing mutatieanalyses uit op bloedmonsters die waren verkregen voor de behandeling, en dat herheelden ze op week 48. Pela bleek in staat de klinische respons op rux te verbeteren door de mutatielast en ontsteking te verminderen, wat geassocieerd was met svr35- en tss50-responsen.
Bovendien resulteerde pela + rux in een verbetering van de micro-omgeving van het beenmerg, wat blijkt uit een vermindering van fibrose, een afname van de megakaryocytendichtheid, en rijping van erytrocytvoorlopercellen wat is geassocieerd met een vermindering van bloedarmoede.
Bron: