De verspreiding van ultraresistente gonokokken in onder meer Europa baart zorgen. De vraag is of ook profylaxe met doxycycline hieraan bijdraagt. Een studie laat zien dat alle gonokokken resistent waren tegen tetracycline, maar dat de mate van zware resistentie gemedieerd door het tetM-gen hoger was met doxy-PEP. Er was geen impact op ceftriaxon, ciprofloxacine en azytromycine.
In de ANRS DOXYVAC-studie werden 545 mannen die seks hebben met mannen (MSM), hiv hebben en PrEP gebruiken, gerandomiseerd naar profylaxe met doxycycline (doxy-PEP; n = 362) of no-PEP (n = 183) en gemiddeld 14 maanden gevolgd. Deelnemers werden elke 3 maanden getest op soa’s. Dit leidde tot een flinke relatieve reductie in de kans op soa’s: een daling van 79, 86 en 33% op de kans op respectievelijk syfilis, chlamydia en gonorroe.
De MIC (minimum inhibitory concentration) van zowel ceftriaxon, fluorochinolonen als aminoglycosiden was vergelijkbaar in de doxy-PEP- en no-PEP-groep; er was geen significante verandering in genetische determinanten voor deze antibiotica. Alleen TEM-1-genen die zijn geassocieerd met penicillineresistentie werden vaker waargenomen in de doxyPEP-groep dan in de niet-PEP-groep (resp. 40,4 vs. 17,5% van de gevallen; p = 0,04).
Alle gonokokken-isolaten waren resistent tegen tetracycline. Wel viel op dat er significant vaker zware tetracyclineresistentie was in de Doxy-PEP-groep (35,5%) dan in de niet-PEP-groep (12,5%) (p = 0,04). Bovendien kwam de genetische determinant tetM significant vaker voor in de doxy-PEP-groep dan in de no-PEP-groep (p < 0,0001).
Bron: