Mensen die een succesvolle niertransplantatie hebben ondergaan, geven over het algemeen aan dat ze een betere kwaliteit van leven (QoL) hebben dan voor hun transplantatie. Ook ten opzichte van mensen die dialyseren – of ze nu wel of niet in afwachting zijn van een niertransplantatie – ervaren zij meer QoL. Ze komen echter niet terug op het niveau van QoL dat ze hadden voor ze chronische nierziekte (CKD) ontwikkelden.
Voor dit onderzoek zijn 44 studies geïncludeerd die tussen januari 2000 en oktober 2020 gepubliceerd zijn waarin de HRQoL van 6929 volwassenen die een niertransplantatie hadden gehad, vergeleken werd met die van relevante populaties. De gemiddelde leeftijd van de ontvangers varieerde in de publicaties tussen 29 en 72 jaar. De gemiddelde tijd tot de HRQoL-metingen na de transplantatie liep uiteen van 1 tot 234 maanden.
Rekening houdend met de heterogeniteit van de studies rapporteerden de ontvangers van een donornier een hogere HRQoL na de transplantatie dan ervoor. Ook ten opzichte van patiënten die dialyseerden – ongeacht of ze wel of niet op de wachtlijst stonden voor een donornier – hadden de getransplanteerden een hogere HRQoL, vooral wat betreft de ziektespecifieke domeinen. Dat waren onder meer de last van de nierziekte, het effect van de nierziekte en de symptomen. Tevens hadden getransplanteerden een vergelijkbare tot marginaal hogere HRQoL dan patiënten met CKD-stadium 3-5.
In vergelijking met gezonde controlepersonen of de algemene bevolking meldden de ontvangers van een niertransplantatie dat ze in het eerste of tweede jaar na de ingreep een vergelijkbare HRQoL hadden. Zij gaven ook aan dat hun fysieke HRQoL lager was, evenals een lagere dan vergelijkbare mentale HRQoL met een gemiddelde post-transplantatietijd langer dan twee jaar. De onderzoekers benadrukken dat er meer studies nodig zijn om de risicofactoren voor een afgenomen HRQoL in kaart te brengen om het langetermijnvoordeel van niertransplantatie te maximaliseren.
Bron: