Bij niet met radiotherapie behandeld, laagrisico-DCIS vermindert tamoxifen het risico op een ipsilateraal recidief

Delen via:
SABCS 2024

Bij patiënten met laagrisico ductaal carcinoma in situ (DCIS) die werden behandeld met borstsparende chirurgie en ervoor kozen om geen radiotherapie te ondergaan, leidt tamoxifen tot een afname van het risico op een ipsilateraal recidief. Dit blijkt uit een analyse van gecombineerde data van de NRG/RTOG 9804-studie en de ECOG-ACRIN E5194-studie.1

Bij vrouwen met laagrisico-DCIS kan ervoor worden gekozen om na chirurgie af te zien van adjuvante radiotherapie. In dat geval is adjuvant tamoxifen een optie, maar studies naar het effect hiervan leverden wisselende resultaten op. Amerikaanse onderzoekers keken daarom opnieuw naar deze vraag met behulp van data uit twee klinische studies. In beide studies was er een cohort patiënten met laagrisico-DCIS (een grootte van ≤ 2,5 cm, graad 1-2, resectiemarge ≥ 3 mm) die niet waren behandeld met radiotherapie. In het samengevoegde cohort van 878 patiënten keken de onderzoekers naar het effect van tamoxifen, dat in beide studies optioneel was. 

Na een follow-up van bijna 15 jaar bleek tamoxifen de 15-jaarskans op een ipsilateraal recidief significant te verminderen. Een recidief trad op bij 11,4% in de tamoxifen-groep en 19% in de groep die geen tamoxifen gebruikte. Een verdere analyse liet zien dat tamoxifen het risico op een invasief borstkankerrecidief significant verminderde (11,5 vs. 6,0%), maar dat er geen significant verschil was in het optreden van recidief DCIS (8,1 vs. 5,5%). Tamoxifen had ook geen effect op het optreden van contralaterale recidieven.

De resultaten kunnen artsen en patiënten ondersteunen bij het maken van behandelbeslissingen, aldus de onderzoekers. Ze benadrukken dat in deze setting diverse opties – tamoxifen, radiotherapie, beide of geen adjuvante therapie – verdedigbaar zijn. 

Bron:

  1. Wright J, et al. Impact of tamoxifen only after breast conservation surgery for ‘good risk’ duct carcinoma in situ: results from the NRG Oncology/RTOG 9804 and ECOG-ACRIN E5194 trial. SABCS 2024, abstract SESS-3482/GS2-02.

Vaker ernstige COVID-19-symptomen bij mensen die kanker hebben gehad

mrt 2025 | Vaccinatie, Virale infecties

Lees meer over Vaker ernstige COVID-19-symptomen bij mensen die kanker hebben gehad

Retroperitoneale lymfeklierdissectie na chemotherapie leidt tot hoge genezingskans bij gemetastaseerd seminoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Retroperitoneale lymfeklierdissectie na chemotherapie leidt tot hoge genezingskans bij gemetastaseerd seminoom

LOXO-435 effectief bij FGFR3-positief gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over LOXO-435 effectief bij FGFR3-positief gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom

Datopotamab deruxtecan effectief bij gevorderd of gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Datopotamab deruxtecan effectief bij gevorderd of gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom

UGN-102 geeft langdurige complete respons bij laaggradig, intermediair-risico NMIBC

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over UGN-102 geeft langdurige complete respons bij laaggradig, intermediair-risico NMIBC

KIM-1 veelbelovende biomarker bij gevorderd niercelcarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over KIM-1 veelbelovende biomarker bij gevorderd niercelcarcinoom

Toevoegen lutetium-PSMA aan enzalutamide verbetert overleving in fase II-studie

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Toevoegen lutetium-PSMA aan enzalutamide verbetert overleving in fase II-studie

Betere overleving door adjuvant nivolumab bij hoogrisico spierinvasief blaascarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Betere overleving door adjuvant nivolumab bij hoogrisico spierinvasief blaascarcinoom

Ook zonder pathologisch complete respons geeft perioperatief durvalumab voordeel bij spierinvasief blaascarcinoom

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Ook zonder pathologisch complete respons geeft perioperatief durvalumab voordeel bij spierinvasief blaascarcinoom