Bij personen met milde cognitieve achteruitgang (MCI) vindt voorafgaand aan of na de biomarkeranalyse niet altijd counseling plaats. Bovendien is er grote variatie in deze counseling. Deze bevindingen, afkomstig van een Europese survey, maken duidelijk dat het nodig is om voor dergelijke counseling een richtlijn op te stellen.
Voor het stellen van de diagnose MCI of ziekte van Alzheimer moet niet alleen sprake zijn van MCI, maar ook van biomarkers die indicatief zijn voor de pathofysiologie van Alzheimer. Daarvoor zijn onderzoekscriteria opgesteld.
Criteria voor MCI
Criteria voor prodromale Alzheimer zijn voorgesteld door een Internationale Werkgroep (IWG). Er zijn IWG-1- en IWG-2-criteria:
- volgens de IWG-1-criteria wordt prodromale Alzheimer gekenmerkt door afwijkend amyloïd, tau of FDG-PET of door hippocampale atrofie; en
- volgens de IWG-2-criteria wordt prodromale Alzheimer gekenmerkt door afwijkend bèta-amyloïd 1-42 en tau in de cerebrospinale vloeistof (CSF) of een afwijkende amyloïde PET-scan.
Criteria voor de diagnose MCI als gevolg van Alzheimer zijn opgesteld door het ‘National Institute on Aging – Alzheimer’s Association’ (NIA-AA). Deze criteria zijn met een hoge waarschijnlijkheid de aanwezigheid van afwijkend amyloïd in combinatie met markers voor neuronale schade. Hoewel de criteria bedoeld zijn voor onderzoek, worden ze ook gebruikt in de dagelijkse praktijk.
Europese survey
Het vaststellen van MCI is niet eenvoudig, omdat MCI geen eenduidig concept is. Bovendien wordt het gebruik van biomarkers bemoeilijkt omdat er onduidelijkheid bestaat over de interpretatie ervan. In deze Europese survey is het gebruik van biomarkers bij MCI-personen in de dagelijkse praktijk geïnventariseerd. Aan het onderzoek werd meegewerkt door 41 van de 69 centra die op dat moment deel uitmaakten van het ‘European Alzheimer’s Disease Consortium’ (EADC). De antwoorden van 110 artsen uit 35 centra werden geretourneerd.
Artsen hechten veel waarde aan biomarkers om de progressie van MCI te voorspellen en gebruikten hiervoor het vaakst de MRI-scan. Tau en bèta-amyloïd werden het vaakst gebruikt voor het voorspellen van progressie van de ziekte van Alzheimer.
Bron:
Steen Frederiksen K. Biomarker counseling, disclosure of diagnosis and follow-up in patients with mild cognitive impairment: a European survey of EADC centers. EAN Congress 2020. https://www.eanvirtualcongress.org/#!resources/biomarker-counseling-disclosure-of-diagnosis-and-follow-up-in-patients-with-mild-cognitive-impairment-a-european-survey-of-eadc-centers