Bloedbiomarkers voorspellen mogelijk effect semaglutide bij mensen met hiv en MASLD

Delen via:
CROI 2025

Epigenetische biomarkers in het bloed kunnen mogelijk voorspellen hoe goed mensen met hiv reageren op semaglutide als behandeling voor metabole disfunctie geassocieerde steatotische leverziekte (MASLD). 

Het SLIM LIVER-onderzoek was de eerste klinische studie die semaglutide onderzocht als behandeling voor MASLD bij mensen met hiv. MASLD, dat vroeger bekend stond als niet-alcoholische leververvetting (NAFLD), is een ernstige aandoening waarbij vet ophoopt in de lever. Bij mensen met hiv kan MASLD leiden tot snellere leverschade en een verhoogd risico op orgaandisfunctie dan bij mensen zonder hiv. De GLP-1-agonist semaglutide – oorspronkelijk ontwikkeld voor de behandeling van diabetes mellitus – heeft al bewezen dat deze cardiometabole voordelen in de algemene bevolking heeft. 

In de primaire analyse van SLIM LIVER is voor het eerst aangetoond dat semaglutide MASLD niet alleen kon verbeteren, maar in sommige gevallen zelfs volledig kon laten verdwijnen bij mensen met hiv. De secundaire analyse van SLIM LIVER onderzocht epigenetische biomarkers in bloedcellen.1 Deze biomarkers, gebaseerd op DNA-methylering, geven inzicht in biologische veroudering en ziektegevoeligheid. Deelnemers aan het onderzoek waren gemiddeld 49 jaar oud, maar hun epigenetische leeftijd was gemiddeld 59,2 jaar, wat wijst op een versnelde veroudering. Een belangrijke biomarker was DNAmGripmax, een maat voor spierfunctie en biologische veroudering. Onderzoekers ontdekten dat mensen met een hogere biologische leeftijd en een zwakkere spierfunctie meer levervet verloren na behandeling met semaglutide. Volgens de onderzoekers laten deze resultaten zien dat epigenetische biomarkers kunnen helpen bij het identificeren van mensen die het meeste baat hebben bij semaglutide, wat een belangrijke stap is naar gepersonaliseerde zorg voor mensen met hiv.

Bron:

  1. Corley MJ, Pang A, Kitch D, et al. Epigenetic age predictors of semaglutide-related liver fat changes in people with HIV. CROI Congress 2025, abstract 113.

CROI 2017: Vaker HBV-seroconversie bij hiv-co-infectie

feb 2017 | Hepatitis, HIV

Lees meer over CROI 2017: Vaker HBV-seroconversie bij hiv-co-infectie

CROI 2017: Minder chlamydia en syfilis met doxycycline PEP

feb 2017 | Bacteriële infecties

Lees meer over CROI 2017: Minder chlamydia en syfilis met doxycycline PEP

CROI 2017: HCC na SVR bij hiv-HCV-co-infectie

feb 2017 | Hepatitis, HIV

Lees meer over CROI 2017: HCC na SVR bij hiv-HCV-co-infectie

CROI 2017: Hoge virologische suppressie bij vrouwen die switchen naar op TAF gebaseerd regime

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Hoge virologische suppressie bij vrouwen die switchen naar op TAF gebaseerd regime

CROI 2017: Virale suppressie over een jaar betrouwbaarder dan laatste viral load-resultaat

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Virale suppressie over een jaar betrouwbaarder dan laatste viral load-resultaat

CROI 2017: Virologische respons op ART onder neonaten verschilt

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Virologische respons op ART onder neonaten verschilt

CROI 2017: Mogelijk geen versnelde hersenveroudering bij cART

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Mogelijk geen versnelde hersenveroudering bij cART

CROI 2017: Cryotherapie minder effectief dan lisexcisie bij hiv-positieve vrouwen met cervicale dysplasie

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Cryotherapie minder effectief dan lisexcisie bij hiv-positieve vrouwen met cervicale dysplasie

CROI 2017: Bictegravir veelbelovende INSTI

feb 2017 | HIV

Lees meer over CROI 2017: Bictegravir veelbelovende INSTI