Een nieuw regime bestaande uit brentuximab vedotine, etoposide, cyclofosfamide, doxorubicine, dacarbazine en dexamethason heeft in de GHSG HD2-studie laten zien superieur te zijn bij patiënten met een vergevorderd stadium van het klassiek hodgkinlymfoom ten opzichte van het oude regime bestaande uit bleomycine, etoposide, doxorubicine, cyclofosfamide, vincristine, procarbazine en prednison.
Onderzoekers van de German Hodgkin Study Group (GHSG) veronderstelden dat het nieuwe BrECADD-regime (brentuximab vedotine, etoposide, cyclofosfamide, doxorubicine, dacarbazine, dexamethason) geleid door PET na twee cycli (PET2) de behandeling van klassiek hodgkinlymfoom (cHL) in een vergevorderd stadium (AS-cHL) kan verbeteren.
Dit hebben ze onderzocht in een internationale open-label studie, waarin ze 1.482 AS-cHL-patiënten 1:1 randomiseerden om op basis van PET2-resultaten 4 of 6 cycli BEACOPP (bleomycine, etoposide, doxorubicine, cyclofosfamide, vincristine, procarbazine, prednison) of BrECADD te ontvangen. Eerder was al bekend dat de nieuwe combinatie beter wordt verdragen. De finale analyse, het testen op superioriteit wat betreft progressievrije overleving (PFS), was gepland na een follow-up van 4 jaar.
PET2 was negatief bij respectievelijk 424 (57,5%) en 426 (58,2%) patiënten in de BrECADD- of BEACOPP-groep. Na een mediane follow-up van 48 maanden was PFS na 4 jaar 94,3% voor BrECADD en 90,9% voor BEACOPP (HR 0,66; p = 0,035). PET2-negatieve patiënten in de BrECADD-groep bereikten een PFS na 4 jaar van 95,5%, en PET2-positieve patiënten een PFS na 4 jaar van 92,5%. De HR was 0,66 (95%-BI 0,45-0,97). De totale overleving (OS) na 4 jaar was 98,5% voor BrECADD en 98,2% voor BEACOPP.
Bron: