Een enkele infusie van het breed-neutraliserende antilichaam VH3810109 (N6LS) ging gepaard met weinig bijwerkingen en tekenen van een robuuste antivirale effectiviteit. Het antilichaam lijkt ook bij een relatief lage dosering effect te hebben, aldus onderzoekers van de fase IIa-BANNER-studie.
Breed-neutraliserende antilichamen (bNAbs) worden momenteel onderzocht als potentiële preventieve en therapeutische hiv-behandeling. Een van de nieuwe bNAbs is N6LS, dat is gericht tegen het envelopproteïne van hiv-1. In Glasgow presenteerden onderzoekers een ‘proof of concept’-studie waarin de bNAb als monotherapie werd gegeven aan patiënten die niet eerder waren behandeld voor een hiv-1-infectie.
De fase II-BANNER-studie was een open-label, multicenterstudie die 2 verschillende doseringen van N6LS onderzocht; een hoge dosering van 40 mg/kg (n = 8) en een lage dosering van ongeveer 4 mg/kg, waarbij wegens praktische overwegingen iedereen 280 mg kreeg (n = 6). Alle patiënten kregen een eenmalige dosis met het experimentele medicijn. Het primaire eindpunt van de studie was de verandering van de hiv-1-RNA-plasmawaarde, ofwel minimaal 0,5 log10-afname van de hoeveelheid virusdeeltjes.
De behandeling leidde in de groep die was behandeld met de hoge dosering tot een virologische respons bij 13 van de 14 deelnemers. De mediane afname was 1,72 log10 bij de hoge dosering en 1,18 log10 bij de lage dosering. De mediane tijd tot virale nadir was respectievelijk 16 en 9 dagen. Het bijwerkingenprofiel van de behandeling was gunstig. De twee onderzochte doses gingen niet gepaard met ernstige bijwerkingen.
De data ondersteunen verder onderzoek van N6LS, aldus de onderzoekers.