Bij patiënten met actieve, niet-infectieuze panuveïtis is gebruik van de TYK2/JAK1-remmer brepocitinib geassocieerd met een gunstig bijwerkingenprofiel en klinisch relevante effectiviteit. Dit blijkt uit de fase II NEPTUNE-studie.
Brepocitinib is een small molecule dat de werking blokkeert van JAK1 en TYK2. Deze intracellulaire enzymen zijn betrokken bij de signaaltransductie van diverse inflammatoire cytokinen zoals IL-2, IL-6, IL-10, IL-23 en interferon-gamma. Het medicijn is eerder onderzocht bij diverse auto-immuunziekten en werd in de NEPTUNE-studie onderzocht bij 26 patiënten met actieve, niet-infectieuze panuveïtis. Actieve ziekte werd gedefinieerd als een actieve chorioretinale of retinale vasculaire laesie, en/of 2 of meer plaatsen met vertroebeling van het glasachtig lichaam ofwel vitreous haze.
De patiënten werden gerandomiseerd naar 2 doseringen brepocitinib; eenmaal daags 15 mg (n = 9) of eenmaal daags 45 mg (n = 17). Het primaire eindpunt van de studie was de mate van ‘treatment failure’, ofwel het verergeren van de inflammatie, achteruitgang van de visus of een nieuwe inflammatoire laesie tussen week 6 en 24. In totaal werden patiënten gedurende 1 jaar behandeld. Zij werden gedurende de eerste 2 weken behandeld met prednison, waarna in 6 weken de prednison werd afgebouwd.
Ten opzichte van een historische controlegroep, die werd behandeld met placebo, verminderde 15 en 45 mg brepocitinib de mate van ‘treatment failure’ met respectievelijk 44 en 29%, terwijl in deze controlegroep de behandeling faalde bij 80% van de patiënten. Ook op de afzonderlijke onderdelen waarmee het falen van de behandeling werd gedefinieerd, was er een dosisafhankelijk effect. Zo verslechterde de vitreous haze bij deze doses met 1 of meer plaatsen bij respectievelijk 33 en 12% van de patiënten en was er een afname van de best-gecorrigeerde visus met 5 letters of meer bij 67 en 24%.
De behandeling werd relatief goed verdragen. Er was 1 ernstige allergische reactie en 1 ernstig geval van costochondritis. De meest voorkomende bijwerkingen waren artralgie en huiduitslag.
Brepocitinib als behandeling voor actieve, niet-infectieuze panuveïtis wordt verder onderzocht in de fase III-CLARITY-studie.
Bron: