Patiënten die beginnen met een kankerbehandeling zonder dat zij een accurate cardiovasculaire evaluatie op baseline hebben gehad, lopen een fors risico op het ontwikkelen van cardiale complicaties als gevolg van antineoplastische behandeling.
Met het wereldwijd stijgen van de vergrijzing neemt ook het aantal mensen dat zowel een vorm van kanker als een cardiovasculaire (CV) comorbiditeit heeft toe. Deze combinatie kan de kankerbehandeling flink compliceren. Onderzoekers uit Napels beschreven de invloed van een cardio-oncologische polikliniek op deze problematiek, waarbij verschillende typen patiënten gekarakteriseerd werden.
In totaal werden 231 patiënten geïncludeerd, die uiteenvielen in 3 types. Type 1 waren de patiënten die nog geen kankerbehandeling hadden gehad, type 2-patiënten waren wel al behandeld voor kanker en type 3-patiënten hadden de kankerbehandeling afgerond. Daarnaast werd elk van deze 3 typen ook onderverdeeld in subgroep A (geen/goed gecontroleerde CV-risicofactoren) en subgroep B (ongecontroleerde CV-risicofactoren of duidelijke CV-ziekte).
Het bleek dat de type 2-patiënten de hoogste incidentie van CV-events hadden: 46,2 vs. 12,3% bij type 1 en 17,9% bij type 3. Ook hadden type 2-patiënten een slechtere overleving na 48 maanden (32,1% vs. 16,7% bij type 1 en 17,9% bij type 3). In totaal waren de type 2B-patiënten het slechtste af: zij hadden de meeste CV-events tijdens follow-up (64,0%) en in 32% van de gevallen werd de kankerbehandeling aangepast of gestaakt. Ook de sterfte door alle oorzaken lag bij hen het hoogst: 36,8%. Patiënten in de subgroepen B bleken het meeste profijt te hebben van de door de cardio-oncologische poli geboden CV-evaluaties. Dit kon worden afgemeten aan de kleine maar significante stijging van de ejectiefractie tijdens follow-up.
Bron:
- Cuomo A , Mercurio V, Varricchi G, et al. Impact of a cardio-oncology unit on prevention of cardiovascular events in cancer patients. HF Congress 2023.