De eenvoudig te interpreteren ACT-score, gebaseerd op celvrij DNA uit een enkel plasmamonster verzameld na 1 behandelcyclus, kan de klinische uitkomsten van patiënten met diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) voorspellen. Dat blijkt uit een Nederlandse studie.1
Celvrij DNA (cfDNA) is een veelbelovende biomarker voor vloeibare biopsieën die klinisch nut heeft aangetoond bij het maken van behandelingskeuzen. De onderzoekers evalueerden daarom met behulp van whole genome sequencing (WGS) de cfDNA-genomische kenmerken bij 190 patiënten met DLBCL uit 2 prospectieve multicenterstudies.
De onderzoekers extraheerden 4 cfDNA-kenmerken: verbeterde tumorfractie, proportie korte cfDNA-fragmenten variërend van 20-150 bp, de fragment end integrated analysis (FrEIA)-score en de Gini Diversity Index. Met deze gegevens trainden ze een random forest-model met het trainingscohort (n = 120) en evalueerden ze de prestaties van het model in het validatiecohort (n = 61).
Ze ontwikkelden een nieuwe maat, de ACT-score (Aberrations, Contribution of short fragments, Terminal motif analyses), waarbij een drempelwaarde van 0,5 wordt gebruikt om non-responders (ACT-score ≥ 0,5) te onderscheiden van responders. Ten slotte onderzochten ze de prognostische waarde van de ACT-score voor de progressievrije overleving (PFS) en de totale overleving (OS).
Patiënten met een positieve ACT-score bleken slechtere uitkomsten te hebben dan patiënten met een negatieve ACT-score (PFS: HR 3,2; p < 0,01; OS: HR 4,4; p < 0,01). De tweejaars-PFS was respectievelijk 40% voor de ACT-score-positieve groep en 80% voor de ACT-score-negatieve groep. De tweejaars-OS was 55% voor patiënten met een positieve ACT-score en 90% voor degenen onder hen met een negatieve score. De prognostische waarde van de ACT-score bleek onafhankelijk van de International Prognostic Index en interim PET-CT.
Bron: