Atrofie van specifieke anatomisch functionele regio’s in het cerebellum biedt belangrijke voorspellende informatie voor het ontstaan van lichamelijke handicaps en cognitieve stoornissen bij MS-patiënten. Laesies in de cerebellaire pedunkels zijn ook relevant, met name bij RRMS. Dit is gevonden bij de evaluatie van multiparametrische MRI-scans uit Milaan (Italië).
Bij 89 van de 164 onderzochte patiënten was sprake van relapsing-remitting multipele sclerose (RRMS) en bij 75 van progressieve MS (PMS). De 68 gezonde controlepersonen waren gematcht op leeftijd en geslacht.
Alle patiënten ondergingen een 3T-MRI-scan van de hersenen en van het cervicale ruggenmerg. Om de laesies en atrofie in de hersenen (apart voor cerebellum, hersenstam en supratentoriale gebieden) en het cervicale ruggenmerg te kunnen beoordelen, werden pulssequenties toegepast en met diffusion tensor magnetic resonance imaging werd microstructurele schade van de cerebellaire pedunkels vastgesteld. Verder kregen de patiënten een neurologisch onderzoek en vond neuropsychologisch onderzoek plaats met de Brief Repeatable Battery.
Bij RRMS werd een hogere score op de Expanded Disability Status Scale (EDSS) voorspeld door:
- hogere laesievolumes in de hersenstam, de grijze stof van het cervicale ruggenmerg en de middelste cerebellaire pedunkel; en
- atrofie in het cervicale ruggenmerg;
en een lagere cognitie door:
- atrofie in de thalamus, cerebellum lobule IX en Crus2 grijze stof;
- laesie-volume in het supratentoriale en superieure cerebellaire pedunkel (OOB-R2=0,18).
Bij PMS werd een hogere score op de EDSS voorspeld door:
- atrofie in de grijze stof van het cervicale ruggenmerg en cerebellum lobule I-IV; en
- langere ziekteduur;
en een lagere cognitie door:
- atrofie in de grijze stof van de hersenen, thalamus en cerebellum Crus2; en
- het supratentoriale laesie-volume.
Bron