Onderzoek binnen de Nederlandse Chlamydia Cohort Studie (NECCST) wijst uit dat een doorgemaakte chlamydia-infectie niet zorgt voor een verhoogd risico op een miskraam, vroeggeboorte of doodgeboorte. Bernice Hoenderboom presenteerde de nieuwe resultaten van deze langlopende studie tijdens het STI & HIV World Congress.
Een chlamydia-infectie kan bij een heel klein deel van de vrouwen tot vruchtbaarheidsproblemen leiden, maar het was nog onbekend in hoeverre een doorgemaakte infectie ook het resultaat van een zwangerschap kan beïnvloeden. Dat is nu onderzocht binnen de NECCST.
De NECCST is een cohortstudie die loopt sinds 2015. Voor deze studie zijn 5000 vrouwen die tussen 2008 en 2011 meededen aan een chlamydia-screeningsstudie opnieuw uitgenodigd voor deelname. Van hen is de status van de chlamydia-infectie bepaald aan de hand van gegevens uit de screeningsstudie, een aantoonbare infectie in het bloed, of zelfrapportage. In 2019 zijn bij de vrouwen gegevens over het verloop van een doorgemaakte zwangerschap verzameld met een vragenlijst.
Uiteindelijk deden 3517 vrouwen mee aan dit onderdeel van de NECCST. Ruim 1000 van hen hadden een of meer chlamydia-infecties doorgemaakt en ruim 2000 vrouwen van de groep zijn een of meerdere keren zwanger geweest. Van de zwangerschappen eindigde 28,5% in een miskraam, 7,5% in een voortijdige bevalling en 0,9% in een doodgeboorte. De percentages voor miskraam en doodgeboorte waren gelijk voor vrouwen die al dan niet een chlamydia-infectie hebben doorgemaakt. Vroeggeboorte leek meer voor te komen bij vrouwen met een chlamydia-infectie, maar dit verschil verdween na correctie voor verstorende variabelen, zoals leeftijd, opleiding, BMI.
Bron: