Als bij de eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd HR+, HER2- mammacarcinoom aan de hand van de hoeveelheid circulerende tumorcellen wordt beslist of patiënten chemotherapie of endocriene therapie moeten krijgen, resulteert dit in een overlevingsvoordeel. Dat blijkt uit de resultaten van de STIC CTC-studie.1
De onderzoekers van de STIC CTC gingen na of bij de eerstelijnsbehandeling van gemetastaseerd HR+, HER2- mammacarcinoom de CellSearch CTC-test bruikbaar is om te onderscheiden of patiënten met endocriene therapie of met chemotherapie behandeld zouden moeten worden.
Deelnemers aan de studie werden in eerste instantie verdeeld in 2 groepen; een standaardgroep waarbij de keuze afhing van klinische kenmerken (n = 378) en een groep waarbij de keuze werd bepaald door de hoeveelheid circulerende tumorcellen (n = 377). Bij een grote hoeveelheid circulerende tumorcellen (CTC’s) kregen patiënten chemotherapie, bij een kleine hoeveelheid endocriene therapie. Eerder presenteerden de onderzoekers al data over de progressievrije overleving.2 In San Antonio presenteerden zij data over de totale overleving. De onderzoekers keken met name naar de groep waarbij volgens klinische kenmerken een andere behandeling van toepassing was dan volgens de CTC-test (40%).
Bij de groep die naar aanleiding van klinische kenmerken in aanmerking kwam voor endocriene therapie, maar volgens de CTC-test voor chemotherapie, leidde behandeling met chemotherapie tot een 5,7 maanden langere mediane progressievrije overleving (PFS) (10 versus 15,7 maanden; HR 0,65). De totale overleving was respectievelijk 35,4 versus 51,8 maanden (HR 0,53). Andersom was er bij de patiënten die volgens de klinische kenmerken chemotherapie zouden moeten krijgen, maar volgens de CTC-test endocriene therapie, geen voordeel van behandeling met chemotherapie in plaats van endocriene therapie.
De onderzoekers concluderen dat gebruik van de test de behandelbeslissing bij ongeveer 40% van de patiënten beïnvloedt. Zij merken daarbij op dat een beperking van de studie is dat deelnemers geen CDK4/6-remmers als eerstelijnsbehandeling kregen, maar stellen dat de keuze tussen chemotherapie en endocriene therapie ook van belang is na eerstelijns CDK4/6-remming.
Bronnen:
- Bidard FC, Kiavue N, Alix-Panabières C, et al. Circulating tumor cells-driven choice of first line therapy for ER+ HER2- metastatic breast cancer: overall survival analysis of the randomized STIC CTC trial. SABCS 2022, abstract GS3-09.
- Bidard FC, Jacot W, Kiavue N, et al. Efficacy of circulating tumor cell count–driven vs clinician-driven first-line therapy choice in hormone receptor-positive, ERBB2-negative metastatic breast cancer, the STIC CTC randomized clinical trial. JAMA Oncol. 2020;7:34-41.