Uit een moleculaire analyse blijkt dat bij patiënten met longkanker co-mutaties in zowel homologe recombinatie-herstel (HRR)-genen als mismatch-herstel (MMR)-genen vergeleken met mutaties in alleen HRR- of MMR-genen geassocieerd zijn met een hogere tumor mutational burden en tumor neoantigen burden.1
Co-mutaties in DNA-schadeherstel (DDR)-genen kunnen predictieve waarde hebben bij patiënten die met immuuncheckpointremmers behandeld worden. In de huidige studie onderzocht men deze voorspellende waarde met next generation sequencing (NGS) bij patiënten met longkanker.
Hiervoor werden de patiënten met DDR-mutaties verdeeld over drie cohorten: patiënten met mutaties in zowel homologe recombinatie-herstel (HRR)-genen als mismatch-herstel (MMR)-genen (groep A), patiënten met alleen mutaties in HRR-genen (B) en patiënten met alleen mutaties in MMR-genen (C).
In totaal werden de tumoren van 1309 patiënten met NGS geanalyseerd.1 De genen (alle typen) die het vaakst gemuteerd bleken te zijn, waren EGFR (42,2%), TP53 (41,6%), FAT3 (28,2%), KMT2C (25,5%) en PDE4DIP (25,6%). Van de geanalyseerde patiënten hadden er 691 (52,7%) ten minste één DDR-mutatie.
Een analyse van de tumor mutational burden (TMB) en de tumor neoantigen burden (TNB) in deze patiënten liet zien dat deze het hoogst waren bij patiënten met HRR- en MMR-mutaties. In de cohorten A, B en C was de gemiddelde TMB respectievelijk 8, 6 en 5,3 mutaties per Mb (p < 0,0001), en de gemiddelde TNB 5,9, 4,7 en 4,1 mutaties per Mb (p = 0,0003).
Bron