De computerondersteunde diagnostiek van poliepen is minder specifiek in het proximale colon dan in het rectosigmoïd. Dat concluderen Italiaanse onderzoekers uit een meta-analyse waarvan zij de resultaten presenteerden tijdens de UEG Week.
De onderzoekers van de afdeling Endoscopie van het Humanitas Research Hospital in Milaan, onder leiding van Tommy Rizkala, zochten de literatuur na op studies die computerondersteuning bij het histologisch onderzoek van colorectale poliepen evalueren. De studies moesten meer dan 50 patiënten bevatten en de uitkomst van de geautomatiseerde diagnose moest met pathologisch onderzoek zijn bevestigd.
Zij analyseerden in de meta-analyse 11 studies waar in totaal 782 poliepen met computerondersteuning zijn gediagnosticeerd. Ze maakten daarbij onderscheid in de accuratesse van de beoordeling van het proximale deel van het colon – tot aan het caecum – en het distale deel, dat bestond uit het rectum en het sigmoïd.
De specificiteit van de computerondersteunde diagnose was in het proximale deel van het colon lager dan in het rectosigmoïd. De specificiteit in het proximale deel was 62% en distaal 84%, de negatief voorspellende waarde was 64 respectievelijk 93%. De sensitiviteit van de diagnostiek was voor beide delen van de darm gelijk (87%), de positief voorspellende waarde was vergelijkbaar: 87 versus 76%.
Bron: