In een onderzoek bij 22 patiënten met B-celdepletie die werden opgenomen met COVID-19, leidde transfusie met convalescent plasma bij de meesten van hen direct tot klinisch en virologisch herstel. De onderzoekers van de Erasmus Universiteit concluderen dat dergelijke toediening van antilichamen bij nauwkeurig geselecteerde deelnemers een goede behandeling kan zijn.
CD20-antilichamen worden ingezet bij hematologische en auto-immuunziekten. De geïnduceerde B-celdepletie beperkt mogelijk de antilichaamrespons tegen het SARS-CoV-2-virus, waardoor het risico op een ernstig verloop van COVID-19 kan worden vergroot. In het Rotterdamse onderzoek werd aan 22 antilichaamnegatieve COVID-19-patiënten met B-celdepletie convalescent plasma (ConvP) toegediend met antilichamen tegen het SARS-CoV-2-virus, verkregen van mensen die zijn hersteld van COVID-19.
Van de deelnemers kregen er 16 (minstens) 2 units van 300 ml ConvP; bij 5 volstond 1 unit van 300 ml. B-celdepletie was bij de deelnemers geïnduceerd met rituximab (n = 19), obinutuzumab (n = 1), XLA (n = 1) of blinatumomab (n = 1). Ze waren gemiddeld 26 dagen ziek geweest voorafgaand aan de transfusie. De behandeling met ConvP leidde bij 19 deelnemers tot duidelijke klinische verbetering, waarna ze ontslagen konden worden. De overige 3 overleden; een van hen had uitgebreide behandelresistente idiopathische pulmonale fibrose voorafgaand aan COVID-19.
Bij alle deelnemers trad seroconversie op naar hoge antilichaamtiters tegen het receptorbindend domein (RBD), met een mediane totale Wantai Ig OD-ratio van 18,39 (IQR 11,25–18,41). PRNT50-titers stegen van < 1:20 voor transfusie naar 1:40 (1:20–1:80) erna. De auteurs stellen op basis van deze resultaten een aanvangsdosis ConvP voor van 600 ml.
Bron
Gharbharan A, et al. Treatment of COVID-19 in 22 B-cell-depleted patients. Virtual CROI 2021, abstract 392.