Door analyse van circulerend tumor-DNA (ctDNA) kan het aantal darmkankerpatiënten dat adjuvante chemotherapie krijgt met bijna de helft dalen zonder dat dit een nadelige impact heeft op de overleving. Dat suggereren de resultaten van de fase-II-studie DYNAMIC.
Voor de DYNAMIC-studie werden 455 patiënten met stadium-II-coloncarcinoom verdeeld in twee groepen. Bij 305 patiënten werd op basis van ctDNA bepaald of zij in aanmerking kwamen voor adjuvante chemotherapie. Bij patiënten die na afloop van de operatie geen ctDNA in het bloed hadden, werd afgezien van adjuvante chemotherapie. In een controlegroep van 253 patiënten werden conventionele criteria gebruikt voor het wel of niet behandelen met adjuvante chemotherapie. In de ctDNA-groep ontving 15% adjuvante therapie, versus 28% in de groep met conventionele criteria.
Na een mediane follow-up van 37 maanden was in beide groepen ongeveer 92% in leven en ziektevrij: de driejaars recidiefvrije overleving was 91,7% in de ctDNA-groep versus 92,4% in de controlegroep.
Ook levert de studie aanwijzingen voor de effectiviteit van adjuvante chemotherapie. In de groep ctDNA-positieve patiënten die adjuvante chemotherapie kregen, was de driejaars recidiefvrije overleving niet veel lager dan in de groep ctDNA-negatieve patiënten die geen verdere behandeling kregen (86,4 vs. 92,5%). Dit resultaat is van belang omdat eerdere onderzoeken toonden dat ctDNA-positieve patiënten zonder verdere behandeling na de operatie een zeer hoog risico op recidief hebben.
De onderzoekers lieten weten dat wordt overwogen om een gerandomiseerde studie te starten in zowel de ctDNA-positieve als de ctDNA-negatieve groep.
Bron