Dapagliflozine vermindert het risico op nierfalen, overlijden als gevolg van cardiovasculaire ziekten of ziekenhuisopname door hartfalen, en het sterfterisico in het algemeen, van patiënten met een chronische nierziekte met of zonder diabetes type 2. Tijdens een Hot Line-sessie presenteerde Hiddo Heerspink (UMC Groningen) de resultaten van de DAPA-CKD-studie.
Aan de DAPA-CKD-studie werd deelgenomen door 4304 volwassen patiënten met een chronische nierziekte uit 21 landen; 2906 (67,5%) van hen hadden diabetes type 2. Patiënten werden willekeurig toegewezen aan een behandeling met dapagliflozine (10 mg) of placebo eenmaal daags, naast de standaardbehandeling bestaande uit een angiotensine-converterende enzym (ACE)-remmer of een angiotensinereceptorblokker (ARB).
Na een mediane follow-up van 2,4 jaar bereikten 197 patiënten in de dapagliflozine-groep het primaire eindpunt; een verslechtering van de nierfunctie – gedefinieerd als > 50% aanhoudende afname van de geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) of het begin van nierziekte in het eindstadium – of overlijden als gevolg van een nierziekte of cardiovasculaire ziekte. In de placebogroep bereikten 312 patiënten het eindpunt (HR 0,61; 95%-BI 0,51-0,72; p = 0,000000028). Het voordeel van dapagliflozine werd gezien bij zowel patiënten met als zonder diabetes type 2.
Dapagliflozine bleek ook alle drie de secundaire eindpunten in vergelijking met placebo te verlagen. De HR’s waren achtereenvolgens 0,56 (95%-BI 0,45-0,68; p < 0,0001) voor verslechtering van de nierfunctie of overlijden door nierfalen; 0,71 (95%-BI 0,55-0,92; p = 0,0089) voor ziekenhuisopname wegens hartfalen of cardiovasculair overlijden en 0,69 (95%-BI 0,53-0,88; p = 0,0035) voor het sterfterisico in het algemeen.
Bron