De darm-long-as, ofwel de communicatie tussen het microbioom in de darmen en de longen, lijkt een rol te spelen bij patiënten met bronchiëctasieën. Bij patiënten met ernstige bronchiëctasieën, die vaker exacerbaties hebben, staan andere micro-organismen op de voorgrond dan bij patiënten met een milder beeld. Ook is er meer interactie tussen de micro-organismen in beide organen.
Er zijn aanwijzingen dat de darmen een rol spelen bij de gezondheid van de longen. Dit komt mogelijk doordat het microbioom in beide organen met elkaar ‘communiceert’. Of deze darm-long-as ook een rol speelt bij bronchiëctasieën (BE) is nog niet duidelijk.
Een internationale groep onderzoekers bestudeerde deze relatie in een prospectieve studie. Zij verzamelden ontlasting- en sputummonsters van 57 BE-patiënten en brachten het bacterioom en mycobioom hiervan in kaart. Vervolgens onderzochten zij of zich hier klinisch-relevante darm-longnetwerken in bevonden.
De variatie in bacteriesoorten was zoals verwacht groter in de darm dan in de long. Streptococcus spp. en Lactobacillus spp. kwamen in beide organen voor. De variatie in schimmelsoorten verschilde niet tussen de darm en de long. In beide organen kwamen voornamelijk Candida spp. en Saccharomyces spp. voor.
Een analyse van de clustering van de microbioomprofielen in de darm en longen leverde 2 profielen op die waren geassocieerd met klinische uitkomsten van de patiënten. Patiënten in cluster 1 hadden meer exacerbaties en een ernstiger ziektebeeld. In dit cluster zagen de onderzoekers ook meer interacties tussen het microbioom in de darm en de long dan in cluster 2. Vooral Fusobacterium spp. en Candida spp. in de long en Bacteroides spp. en Blautia spp. in de darm speelden hierbij een rol. Daarnaast waren in cluster 1 Pseudomonas spp. oververtegenwoordigd in de long en Bacteroides spp. en Saccharomyces spp. in de darm. In het tweede cluster, met een lage interactie, kwamen juist commensalen uit de bovenste luchtwegen vaker voor.
De onderzoekers concluderen dat er bij patiënten met bronchiëctasieën een associatie is tussen het microbioom in de darm en de long en dat deze samenhangt met klinische uitkomsten.
Bron