In nieuw onderzoek zijn de gevolgen nagegaan van de-escalatie van de intensiteit van ziektemodificerende behandelingen op de klinische uitkomsten bij MS.1 Vroegtijdige inzet van hoogeffectieve behandelingen heeft bij mensen met relapsing remitting MS namelijk gunstige effecten op het ziektebeloop2 , maar kan bij langdurig gebruik het risico op bijwerkingen vergroten, therapietrouw verlagen en de medische kosten flink opdrijven.
Onder de-escalatie verstonden de onderzoekers ofwel de overstap van een hoogeffectieve ziektemodificerende behandeling (DMT) met een anti-CD20 monoklonaal antilichaam naar een middelhoogeffectieve DMT, namelijk met fingolimod, dimethylfumaraat, siponimod, ozanimod of daclizumab, ofwel van een hoog- naar een laageffectieve DMT met interferon, glatirameeracetaat of teriflunomide, ofwel van een middelhoog- naar een laageffectieve DMT.
De onderzoekers selecteerden uit cohortgegevens volwassen patiënten met relapsing remitting MS die de-escalatie van hun behandeling hadden gehad na minimaal 6 maanden gebruik van de agressievere therapievorm. De patiënten werden 1:1 gematcht met patiënten die niet waren geswitcht, wat 876 paren opleverde. Uitkomstmaten waren de tijd tot relaps en tot verslechtering op de EDSS.
Het overgrote deel van de patiënten gebruikte voorafgaand aan de-escalatie natalizumab, evenals de gematchte controles. Patiënten die de-escalatie ondergingen, hadden een significant grotere kans op relapses (HR 2,36; 95%-BI 1,79-3,11) en op verslechtering van hun EDSS-scores (HR 1,54; 95%-BI 1,02-2,34) gedurende de mediane follow-uptijd van 4,7 jaar. Deze hogere risico’s van de-escalatie waren consistent aanwezig in subgroepen die waren gematcht op geslacht, leeftijd, EDSS-score, ziekteduur en tijd sinds de laatste relaps. De risico’s waren hoger bij de-escalatie van een hoogeffectieve behandeling, maar niet bij de overstap van een middelhoog- naar een laageffectieve behandeling.
Hoewel de-escalatie soms noodzakelijk is om veiligheidsredenen, bevelen de onderzoekers deze behandelstrategie niet aan als algemeen toepasbaar. Aangezien de beslissing om te de-escaleren niet wordt ondersteund door specifieke patiënt- of ziektekenmerken, zullen artsen per patiënt een individuele afweging moeten maken.
Bronnen: