Inductiebehandeling met anti-TNF gecombineerd met een chirurgische sluiting resulteert vaker in radiologische genezing van perianale fistels dan alleen anti-TNF. Deze gegevens van een Nederlands-Italiaanse studie wijzen erop dat patiënten met de ziekte van Crohn die in aanmerking komen voor een chirurgische sluiting, voorlichting moeten krijgen over deze mogelijkheid.
In de richtlijnen wordt momenteel geadviseerd om perianale fistels als gevolg van de ziekte van Crohn te behandelen met anti-TNF en om indien nodig een chirurgische sluiting te overwegen. De langetermijnuitkomsten van het al dan niet toevoegen van een operatie aan de medicatie zijn echter niet direct vergeleken.
In de PISA-II-studie kregen patiënten informatie over beide behandelmogelijkheden. Indien ze geen voorkeur aangaven, kwamen ze in aanmerking voor randomisatie. Alleen volwassen patiënten met de ziekte van Crohn en een actieve hoge perianale fistel met een enkele inwendige opening werden geïncludeerd. Elise Maria Meima-van Praag (Amsterdam UMC) presenteerde de resultaten. Bij 83 van de 94 geïncludeerde patiënten was na een follow-up van 18 maanden een MRI-scan gemaakt, Al deze patiënten hadden een klinisch open fistel. Na een chirurgische sluiting was er significant vaker een radiologische genezing, die werd vastgesteld met een MRI-scan, in vergelijking met de groep die niet was geopereerd. Dit verschil werd zowel in de intention-to-treat (ITT)-analyse (38 vs. 10%; p = 0,002) als in de per-protocol-analyse (37 vs. 8%; p = 0,002) gevonden. Het optreden van een klinische sluiting was niet significant verschillend in de ITT-analyse (68 vs. 52%; p = 0,076), maar wel in de per-protocol-analyse (71 vs. 50%; p = 0,02).
Na een chirurgische sluiting waren aanzienlijk minder re-interventies nodig (13 vs. 43%; p = 0,005). Het aantal recidieven was vergelijkbaar in de twee groepen (p = 0,8). Recidieven traden alleen op bij patiënten zonder radiologische genezing. 18 maanden na de chirurgische sluiting was de Perianal Crohn’s Disease Activity Index (PDAI) significant lager dan in de controlegroep.
Bron: