Acute infectie met het coronavirus kan aanleiding geven tot heel diverse neurologische symptomen en aandoeningen, hoewel er weinig aanwijzingen zijn dat het virus daadwerkelijk de hersenen binnendringt. Over deze en andere bevindingen van eigen en andermans onderzoek naar de neurobiologie van COVID-19 sprak prof. dr. Robyn S. Klein (St. Louis, Verenigde Staten) tijdens de sessie Frontiers in Neuroscience.
Klein doet met haar groep al jaren onderzoek naar RNA-virussen zoals die sinds het jaar 2000 zijn opgekomen, verdwenen en soms teruggekomen: van SARS tot de varkenspest. Sommige van deze virussen penetreren de hersenen, andere niet, maar allemaal kunnen ze acute en chronische neurologische klachten veroorzaken. Of het coronavirus in de hersenen doordringt, is overigens nog onderwerp van debat. “Het lijkt er wel op dat in de meeste studies hiernaar geen echte bewijzen zijn gevonden voor virusreplicatie en beduidende RNA-spiegels in de hersenen.” Wel is bij patiënten zonder neurologische aandoeningen in de geschiedenis, die zijn overleden aan COVID-19, een verstoring aangetroffen van de bloed-hersenbarrière, met name in de medulla en hippocampus; die bevinding was geassocieerd met activatie van microglia en neuronale expressie van cytokinen.
De groep van Klein heeft ook ontdekt dat er een associatie lijkt te zijn tussen COVID-19 en acuut verlies van neurogenese in de hippocampus. Dit is bij mensen niet na te gaan; mogelijk herstellen de meeste mensen hiervan. Het is echter ook mogelijk dat het verlies van neurogenese geassocieerd is met chronische effecten van COVID-19 – long COVID – bij mensen die om wat voor reden dan ook niet goed herstellen van deze verminderde neurogenese in de subgranulaire zone. Dit verschijnsel kon wel bestudeerd worden bij hamsters die met het coronavirus waren geïnfecteerd en die volgens haar een goed model zijn gebleken voor alle manifestaties van het virus bij mensen.
Bron
Klein, RS. Neurobiology of COVID-19. AAN 2022 virtual, PL5 Frontiers in neuroscience.