Hoewel genetica en hersenontsteking een rol spelen bij de pathogenese van migraine wordt een nauwkeurige diagnose en effectieve behandeling belemmerd door een gebrek aan betrouwbare biomarkers. Ook de rol van genetica bij migraine is nog steeds onderwerp van onderzoek.1,2
Calcitonine gene related proteïne (CGRP) speelt een cruciale rol bij de pathofysiologie van migraine en vormt een belangrijk therapeutisch doelwit. Monoklonale antilichamen die de binding van CGRP aan de receptor remmen, zijn een van de weinige soorten geneesmiddelen die speciaal voor migraine zijn ontwikkeld. Doorgaans worden CGRP-niveaus gemeten met behulp van de enzyme-linked immuno sorbent assay (ELISA). ELISA kan echter geen onderscheid aanbrengen tussen de nauw verwante peptidesequenties die worden aangetroffen in de alfa- en bèta-isovormen van het peptide. Dientengevolge kunnen de resultaten van de ELISA-test zeer dubbelzinnig zijn. De betrouwbaarheid van ELISA als biomarker voor migraine is dan ook nog steeds onzeker.
Talloze andere neuropeptidesystemen zijn ook betrokken bij migraine, maar testen die zijn ontworpen om deze te meten, zouden dezelfde problemen hebben als CGRP ELISA-kits. “Als we CGRP betrouwbaar zouden kunnen meten, zouden die resultaten van grote waarde kunnen zijn”, aldus Debbie Hay (Universiteit van Otago, Nieuw-Zeeland). “Het zou ons kunnen helpen bij het identificeren van de mensen die wel of niet reageren op verschillende op CGRP gerichte behandelingen. Ook zou een betrouwbare meting inzicht kunnen geven bij het stratificeren van patiënten en ons helpen de overgang van episodische naar chronische migraine te begrijpen.”
In dezelfde sessie besprak Anne Ducros (Universiteit van Montpellier, Frankrijk) wat genetische analyses tot nu toe aan het licht hebben gebracht bij mensen met migraine. Zo zijn er tientallen belangrijke eiwitten, nieuwe therapeutische doelen en meer potentiële diagnostische biomarkers geïdentificeerd. De genetica van migraine is uiterst complex. Inmiddels zijn meer dan 180 met migraine geassocieerde genvarianten geïdentificeerd, die allemaal de zogenaamde promigraine moleculaire afwijkingen in neuronen of cerebrale vasculatuur bevorderen. In een recente genoombrede analyse van meer dan 100.000 migrainegevallen werden 123 loci geïdentificeerd, waarvan de meerderheid voorheen onbekend was. Alle varianten waren verrijkt in het centraal zenuwstelsel en in vasculaire weefsels en celtypen. Dit bevestigt dat neurovasculaire mechanismen ten grondslag liggen aan de pathofysiologie van migraine.3
Bronnen:
- Hay D. Peptides as biomarkers. EHC Congress 2023, ScS 4.
- Ducros A. What have we learned from genetic studies of migraine? EHC Congress 2023, ScS 4.
- Hautakangas H, Winsvold BS, Ruotsalainen SE, et al. Genome-wide analysis of 102,084 migraine cases identifies 123 risk loci and subtype-specific risk alleles. Nat Genet. 2022;54:152-60.