De aanpak van hiv is uitermate succesvol. Maar dermatoloog-veneroloog prof. dr. Henry de Vries van het Amsterdam UMC maakt zich zorgen over de snelle toename van bacteriële seksueel overdraagbare aandoeningen, zoals gonorroe, syfilis en chlamydia.1
Wat goed gaat
De biomedische interventies voor hiv hebben duidelijk effect op het aantal besmettingen.2 Hiv is in de afgelopen 10 jaar onder mannen die seks hebben met mannen (MSM) namelijk gedaald van 1% naar minder dan 0,3%.2 Een prestatie die mede te danken is aan het Hiv-Transmissie Eliminatie Amsterdam Team (h-team).3 “Hoekstenen van de aanpak vormen bewustwording en testen van ‘verborgen populaties’, en het behandelparadigma snel starten”, zegt De Vries. “Ons motto is: undetectable = untransmissible: iemand bij wie het virus niet te traceren is, kan ook bedpartners niet besmetten. Verder werpt de behandeling met pre-exposure profylaxe (PrEP) zijn vruchten af: mensen die hiv-negatief zijn, blijven dat nu ook.”
Wat niet goed gaat
Bacteriële seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) maken echter een opmars, blijkt uit cijfers van de GGD Amsterdam. De Vries: “Opmerkelijk is dat de succesvolle interventies voor hiv hier geen effect op hebben. Met name gonorroe neemt toe tot zorgelijke omvang. Extra verontrustend is dat gonorroe steeds vaker resistent is tegen antibiotica en zelfs tegen last-resort medicatie met cefalosporinen.4 Omdat ook monitoringsgegevens ontbreken van met name midden- en lage-inkomenslanden, waar de ziekte het meest voorkomt, heeft de WHO gonorroe inmiddels opgenomen in de top 10 van antimicrobiële resistentiebedreigingen.”4
Wat we eraan kunnen doen
Om de opmars van gonorroe te beteugelen, ziet De Vries vooral heil in goed omgaan met antibiotica, het inzetten van ‘oude’ middelen als ertapenem,5 nieuwe antibiotica als zoliflodacine6 en vaccinatie.7 Tot slot stopt Nederland volgend jaar met het testen bij asymptomatische chlamydia. “Testen en behandelen is effectief voor hiv, ook bij mensen zonder klachten. Bij chlamydia is dat anders. Slechts 1% van de vrouwen ontwikkelt late gevolgen als een ontsteking in het bekkengebied of onvruchtbaarheid. Om antibioticagebruik terug te dringen, verandert ons paradigma van infectiecontrole naar infectieziektecontrole.”
Bronnen:
- De Vries HC. STDs in 2024. EADV 2024, plenary presentation PLA-03.
- Thermometer seksuele gezondheid november 2023, RIVM.
- https://hteam.nl/
- Unemo M, Lahra MM, Escher M, et al. WHO global antimicrobial resistance surveillance for Neisseria gonorrhoeae 2017-18: a retrospective observational study. Lancet Microbe. 2021 Nov;2(11):e627-36.
- De Vries HJC, De Laat M, Jongen VW; NABOGO steering group. Efficacy of ertapenem, gentamicin, fosfomycin, and ceftriaxone for the treatment of anogenital gonorrhoea (NABOGO): a randomised, non-inferiority trial. Lancet Infect Dis. 2022 May;22(5):706-17.
- Luckey A, Broadhurst H, Daram P, et al. Oral zoliflodacin is non-inferior to a combination of ceftriaxone and azithromycin for treatment of uncomplicated urogenital gonorrhoea: results of a large global Phase 3 randomised controlled trial, ECCMID 2024.
- Abara WE, Modaressi S, Fireman B, et al. Effectiveness of a serogroup B meningococcal vaccine against gonorrhea: a retrospective study. Vaccine. 2024 Sep 10;42(26):126312.