Patiënten met een lymfoom en patiënten die momenteel worden behandeld vanwege hun hematologische aandoening lijken de minste kans te hebben om antilichamen aan te maken als reactie op een COVID-19-vaccin. Dat concluderen Duitse onderzoekers in een studie onder 373 hematologiepatiënten.
De studie onderzocht antilichaamniveaus na COVID-19-vaccinatie bij mensen met hematologische maligniteiten zoals lymfoïde en myeloïde neoplasmata, auto-immuunziekten en benigne hematologische aandoeningen. De onderzoekers bepaalden na een mediaan van 12 weken na de laatste vaccinatie de vaccingerelateerde antilichamen in het bloed van 373 patiënten die in het universitaire ziekenhuis in het Duitse Mannheim werden behandeld vanwege een hematologische aandoening. Meer dan 90% van de deelnemers had een maligniteit, 9% had een auto-immuunziekte of een benigne bloedziekte. De meeste patiënten hadden het Pfizer/BioNTech-vaccin gekregen; 10% kreeg het Moderna-vaccin, 7% het AstraZeneca-vaccin en 6% kreeg één dosis van elk van de twee vaccintypes.
In totaal testte 85% van de deelnemers positief op vaccingerelateerde antilichamen en 15% negatief. Het percentage negatieve antilichaamresultaten was het hoogst bij patiënten met lymfoïde neoplasmata, een groep ziekten die lymfoom, myeloom en lymfoïde leukemie omvat. Van deze patiënten testte 36% negatief op vaccingerelateerde antilichamen. Patiënten met een indolent non-Hodgkinlymfoom reageerden over het algemeen het zwakst op vaccinatie.
Van de deelnemers kreeg 61% actieve therapie. Van degenen die negatief testten op vaccingerelateerde antilichamen kregen verreweg de meesten (71%) actieve therapie. Hoewel het bemoedigend is dat 85% een antilichaamrespons vertoont, suggereren de bevindingen dat er mogelijk aanvullende maatregelen nodig zijn voor mensen met een hematologische aandoening, aldus de onderzoekers.
Bronnen:
Rotterdam J, et al. Antibody response to vaccination with BNT162b2, mRNA-1273, and ChADOx1 in patients with myeloid and lymphoid neoplasms. ASH Annual Meeting & Exhibition 2021, abstract 218.