Een digitale inhalator in combinatie met een app die feedback geeft op het medicatiegebruik, verbetert de therapietrouw en astmacontrole van astmapatiënten in de eerste 6 maanden van het gebruik. Na 12 maanden is er geen effect meer op de therapietrouw. De astmacontrole blijft op deze termijn wel beter dan bij patiënten die geen feedback ontvangen.
Digitale inhalers, die feedback geven op het medicatiegebruik van astmapatiënten, verbeteren de therapietrouw op korte termijn. Of dit effect ook op lange termijn aanhoudt en of deze digitale inhalers effect hebben op de astmacontrole, is nog niet bekend. Dit is onderzocht in de open-label, clustergerandomiseerde ACCEPTANCE-trial. Het Nederlandse onderzoek duurde 12 maanden en werd uitgevoerd bij volwassen patiënten met ongecontroleerd astma (leeftijd ≥ 18 jaar, ACQ-score > 0,75).
De onderzoekers wierven de patiënten via huisartspraktijken, apotheken en social media en randomiseerden hen op het niveau van de huisartspraktijk. Deelnemers in de interventiegroep (n = 82) kregen een digitaal opzetstuk op hun inhalator met daarbij een app om hun medicatiegebruik te volgen en hun astmasymptomen bij te houden; verder ontvingen zij in de app reminders en motiverende berichten. Deelnemers in de placebogroep (n = 82) kregen wel het opzetstuk op hun inhalator, maar geen toegang tot de app.
Op baseline waren de therapietrouw en astmacontrole gelijk in de controle- en interventiegroep (65,4 vs. 62,6%; ACQ-5 1,7 vs. 1,6). In de eerste 6 maanden van de studie was de therapietrouw in de interventiegroep beter dan in de controlegroep. Daarna nam dit verschil af. De astmacontrole was gedurende de hele studieperiode beter in de interventiegroep. Ook het aandeel patiënten dat een relevante verbetering van de astmacontrole (daling in ACQ ≥ 0,5 punten) bereikte was hoger in de interventiegroep (OR 3,00; 95%-BI 1,13-8,35).
De onderzoekers hebben geen verklaring voor het feit dat de therapietrouw op de lange termijn niet verschilde tussen de groepen en de astmacontrole wel. Zij gaven aan dat dit mogelijk komt doordat patiënten in de interventiegroep zich, los van hun medicatiegebruik, meer bewust zijn van hun aandoening.
Bron: