De directe orale anticoagulantia (DOAC’s) lijken bij hypertensieve patiënten met atriumfibrilleren (AF) in vergelijking met vitamine K-antagonisten (VKA’s) de cognitieve functie te behouden. Patiënten die VKA’s gebruiken hadden significant lagere scores op de Quick Mild Cognitive Impairment screen (QMCI), hetgeen duidt op cognitieve achteruitgang.
De groep AF-patiënten is groot; de aandoening komt immers veel voor bij ouderen. Cognitieve achteruitgang is nauw verbonden met AF en verhoogt zowel de mortaliteit als de hospitalisatie van deze patiënten aanzienlijk. Hoewel behandeling met orale anticoagulantia – DOAC’s en VKA’s – de uitkomsten voor patiënten met AF flink heeft verbeterd, bestaat er nog veel onduidelijkheid over het effect van deze middelen op het cognitieve prestatievermogen van de AF-patiënt.
Visco et al. onderzochten dit in een populatie van 147 patiënten met een geschiedenis van paroxismaal of permanent AF en arteriële hypertensie. De gemiddelde leeftijd was 70,8 jaar en 69,9% was man. Deze patiënten hadden geen geschiedenis van cerebrovasculaire en/of neurodegeneratieve ziekte. De populatie werd in tweeën gedeeld; degenen die een DOAC gebruikten en degenen die met een VKA werden behandeld. Beide groepen verschilden niet wat betreft gemiddelde leeftijd en aantal jaren dat ze onderwijs hadden genoten. Er waren wel verschillen in Morisky-score, waarmee de compliance wordt getest, en MNA-score, die inzicht biedt in de voedingsstatus. Op beide scoorden de DOAC-gebruikers hoger. Significante verschillen deden zich voor bij de totale QMCI-score (VKA-gebruikers 45,73 versus DOAC-gebruikers 59,58), waarbij een totaalscore lager dan 50 de diagnose cognitieve achteruitgang betekent. Tevens deden de patiënten met een DOAC het beter op vijf van de zes domeinen. Dat waren achtereenvolgens uitgestelde recall, oriëntatie, de kloktest, verbale fluentie en logisch geheugen.
Bron:
Visco V, et al. NOACs preserve cognitive performance in hypertensive patients with atrial fibrillation. Heart Failure 2021.