Door een interventie waarbij Amsterdamse huisartsen nascholing krijgen over het belang van het tijdig testen op hiv-infecties, zijn huisartsen meer gaan testen. Dat blijkt uit onderzoek van Saskia Bogers, onderzoeker in het Amsterdam UMC. Zij presenteerde haar resultaten tijdens het STI & HIV 2021 World Congress.
In Nederland diagnosticeren huisartsen 79% van de soa’s en 36% van de hiv-infecties. In de eerstelijnszorg ontbreekt het nog aan vroegdiagnostiek van hiv-infecties. Een scholingsproject waarbij ook sprake is van competitieve feedback zou verandering kunnen brengen in het testgedrag van Amsterdamse huisartsen.
De interventie stond open voor alle Amsterdamse huisartsen en liep van 2015 tot 2020. In totaal deden 229 huisartsen, 42% van het totaal, mee aan het project. De deelname varieerde wel per postcoderegio. Voor de start van het project was het aantal hiv-tests per huisarts per jaar tussen 2011 en 2014 gedaald van 29,5 naar 20,7. Dit aantal was in 2019 weer toegenomen tot gemiddeld 27,1. Deze periode viel precies samen met de implementatie van de interventie. Wel was er een grote heterogeniteit in het aantal tests: de meeste tests werden uitgevoerd in postcodegebieden met een hoge prevalentie van hiv.
Uit vragenlijstonderzoek en semigestructureerde interviews waar 59 huisartsen aan deelnamen, bleek dat het scholingsprogramma voor 68% eyeopeners bood; 72% gaf aan dat hun houding jegens testen op hiv verbeterde. De competitieve feedback stimuleerde hen daarbij wel. Toch trof Bogers ook barrières om vaker te testen op hiv. Het taboe en een stigma op het hebben van de ziekte speelden daarbij een rol, evenals de krimpende aidsepidemie. Ook ervaren huisartsen financiële drempels.
Volgens Bogers zijn Amsterdams huisartsen goed op weg om het aantal nieuwe hiv-infecties terug te brengen naar nul. Maar het zal een uitdaging blijven om huisartsen betrokken te houden bij het proactief testen om late presentatie van de infectie en gemiste diagnoses in de eerstelijnszorg te voorkomen.
Bron: