Onderhoudsbehandeling met durvalumab na chemoradiotherapie verbetert de totale overleving significant bij patiënten met limited-stage kleincellig longcarcinoom. Dit bleek uit een interimanalyse van de gerandomiseerde fase III ADRIATIC-studie.
Bij de behandeling van limited-stage kleincellig longcarcinoom (LS-SCLC) is de afgelopen decennia weinig vooruitgang geboekt. De standaardbehandeling met gelijktijdig chemoradiotherapie gaat gepaard met een mediane totale overleving (OS) van 25 tot 30 maanden en een 5-jaarsoverleving van 29 tot 34%. De fase III ADRIATIC-studie onderzocht het effect van onderhoudsbehandeling met durvalumab met of zonder tremelimumab. Tijdens het ASCO-congres werden de resultaten gepresenteerd van de vergelijking van durvalumab monotherapie versus placebo.
De studie includeerde patiënten met stadium I-III LS-SCLC (stadium I-II inoperabel) die geen progressie hadden na afloop van gelijktijdige chemoradiotherapie. 264 patiënten kregen gedurende maximaal 24 maanden durvalumab en 266 patiënten kregen een placebo. De studie had met de totale overleving (OS) en de progressievrije overleving (PFS) 2 primaire eindpunten.
Na een mediane follow-up van 37,2 maanden was de OS significant langer in de durvalumab-groep, met een mediane OS van 55,9 versus 33,4 maanden in de placebogroep (HR 0,73). Na 24 en 36 maanden waren respectievelijk 68 versus 58,5%, en 56,5 en 47,6% van de patiënten in leven. Ook de PFS verbeterde significant, met een mediane PFS van 16,6 versus 9,2 maanden (HR 0,76). Na 18 maanden was respectievelijk 48,8 versus 36,1% vrij van progressie en na 24 maanden was dit 46,6 versus 34,2%. Voordeel van onderhoudsbehandeling met durvalumab werd gezien in de meeste subgroepen.
Graad 3/4-bijwerkingen traden in beide armen op bij iets meer dan 24%, en respectievelijk 16,4 en 10,6% van de patiënten stopten met de behandeling wegens bijwerkingen. Immuungerelateerde bijwerkingen van graad 3/4 traden op bij 5,3 en 1,5% van de patiënten.
De onderzoekers stellen dat durvalumab de nieuwe standaardbehandeling is bij patiënten met LS-SCLC die na chemoradiotherapie geen progressie vertonen.
Bron: