Franse onderzoekers presenteerden tijdens het ECTRIMS-congres een dynamisch scoresysteem om in een vroeg stadium te helpen beslissen of het zinvol is te switchen van eerstelijns- naar tweedelijns MS-therapie. De auteurs denken dat zeker een derde van alle patiënten voordeel kan hebben bij vroeger switchen om relapsen te voorkomen.
De ontwikkeling en validering van het scoresysteem werden gepresenteerd door dr. Camille Sabathé (Nantes, Frankrijk). Ze zei dat vroegtijdige identificatie van een suboptimale respons op eerstelijns MS-therapie, onomkeerbare schade kan voorkomen door dan direct te switchen naar krachtiger tweedelijns therapie.
De onderzoekers gebruikten een cohort van 12.823 Franse MS-patiënten voor het nabootsen van een klinische trial, een emulated clinical trial (ECT), waarin een op een patiënten werden vergeleken die wel en niet switchten naar een tweedelijns behandeling. Daarna gebruikten ze een Cox-model om in beide groepen de tijd tot een relapse te voorspellen. Het scoresysteem is vervolgens gevalideerd aan de hand van twee aanvullende ECT’s met andere patiënten.
Uit eerstgenoemde ECT bleek switchen meer voordeel te hebben bij patiënten die op relatief jonge leeftijd MS hadden gekregen, en die een lage EDSS hadden toen ze met hun eerstelijns therapie begonnen, of als ze minstens één relapse of gadolinium-aankleurende T1-laesie hadden. Op basis hiervan kon de individuele hazard ratio (iHR) van relapse worden bepaald bij switchen versus wachten. NB: Het systeem is in zoverre dynamisch dat de iHR op ieder gewenst moment na aanvang van de behandeling kan worden bepaald.
Er werden twee patiëntgroepen onderscheiden: een groep met een iHR ≤ 0,69 die significant baat had bij een switch, en een groep met de rest van de patiënten. Uit een ECT met 348 patiënten met een iHR ≤ 0,69 kwam naar voren dat de switchgroep een hogere kans had relapsevrij te blijven na 5 jaar (40%; 95%-BI 0,32-0,51) dan de wachtgroep (14%; 0,09-0,22). In de tweede aanvullende ECT met 548 patiënten met een iHR > 0,69, waren deze uitkomsten respectievelijk 0,37 (0,30-0,46) en 0,44 (0,37-0,52), een niet-significant verschil.
Bron: