Een SARS-CoV-2-infectie van makaken resulteert in de reactivering van het cytomegalovirus (CMV) op de anatomische plaatsen waar de pathogenese van COVID-19 plaatsvindt.
De ziekte-ernst van een SARS-CoV-2-infectie kan enorm variëren, afhankelijk van de omvang van de onderliggende ontstekingsreactie. Oudere mensen met comorbiditeiten zijn het meest kwetsbaar en worden vaak zwaar getroffen door COVID-19. Er is nog niet volledig opgehelderd welke mechanismen ten grondslag liggen aan de afwijkende immuunreacties bij een SARS-CoV-2-infectie in deze hoogrisicogroepen.
Mogelijk dat een asymptomatische CMV-infectie de pathogenese van SARS-CoV-2 zou kunnen verergeren. De replicatie van CMV is namelijk zowel een oorzaak als een gevolg van de ontstekingsreactie. Bovendien lijkt door een CMV-infectie de oxygenatie van ernstig zieke patiënten te verergeren. Mensen met een SARS-CoV-2-infectie die CMV-seropositief zijn, worden vaker opgenomen.
In een diermodel van 8 jaar oude makaken met een natuurlijke resus (Rh) CMV-infectie (sera anti-CMV IgG: 300-1400 ng/ml) en diabetes mellitus type 2 is onderzocht in hoeverre een SARS-CoV-2-infectie resulteert in de reactivering van CMV in de anatomische locaties waar de pathogenese van COVID-19 plaatsvindt.
Na een infectie werd in het gehele luchtwegapparaat SARS-CoV-2-replicatie waargenomen. Deze ging gepaard met een lokale en systemische ontstekingsreactie en een immunologische activatie. Histopathologische beoordelingen van het longweefsel toonden de ontwikkeling van interstitiële pneumonie met colokalisatie van SARS-nucleocapside-eiwit in pneumocyten. In alle dieren werd op dag 7 in de caudale longkwab CMV-DNA gedetecteerd (tot 103 CMV-DNA-kopieën/mg longweefsel). Het dier met het hoogste CMV-DNA had de ergste klinische verschijnselen.
Opvallend is dat het aantal CMV-DNA-kopieën sterk gecorreleerd was met de T-celactiveringsindices in het bloed en de milt (r = 0,96; p < 0,001). Daarnaast vonden de onderzoekers CMV-reactivering in het ileum, waar hoge niveaus van ACE2 zijn gerapporteerd.
Toekomstige experimentele studies moeten uitwijzen of CMV-reactivering de pathogenese van SARS-CoV-2 verergert.
Bron