Een simpele, zogenoemde MINMON-benadering bij het afleveren van medicijnen tegen het hepatitis C-virus (HCV) is zowel veilig als effectief gebleken. In een diverse populatie van behandelnaïeve patiënten van over de hele wereld werden SVR-percentages bereikt die vergelijkbaar waren met de vigerende klinische standaarden.
Een bredere toepassing van deze benadering, in combinatie met innovatieve manieren van case-finding, kan helpen HCV wereldwijd geheel uit te roeien, waarbij patiënten tegelijkertijd zo weinig mogelijk de arts bezoeken en het gebruik van medische middelen zoveel mogelijk wordt beperkt. Dit vertelde Sunil Solomon van de Johns Hopkins University School of Medicine in Baltimore (VS). Om de doelstelling van HCV-eliminatie in 2030 te kunnen bereiken, zal 80% van de ongeveer 71 miljoen patiënten met chronische HCV die er wereldwijd zijn, behandeld moeten worden. Dit vraagt om een eenvoudige aanpak, zowel voor de verstrekking van de HCV-medicatie als voor het monitoren van de behandeling. De noodzaak om te komen tot innovatieve strategieën om face-to-facecontact te beperken, is nog eens onderstreept tijdens de COVID-19-pandemie.
In de niet-gecontroleerde trial met open label genaamd ACTG A5360 zijn de effectiviteit en veiligheid getest van een strategie van minimale monitoring (MINMON) bij de behandeling van HCV. Deelnemers waren 399 behandelnaïeve HCV-patiënten uit 5 landen in 4 continenten. Ze kregen allemaal een kuur van 1 tablet met sofosbuvir/velpatasvir in een vaste dosis gedurende 12 weken. MINMON hield het volgende in: 1) geen genotypering; 2) alle tabletten in één keer afgegeven voor het begin van de behandeling; 3) geen visites/labtesten tijdens de kuur; en 4) twee keer een contact op afstand. Na 4 weken werd de adherentie gecontroleerd; na 22 weken werd een afspraak gemaakt om de SVR te bepalen.
Bij het begin van de studie hadden 34 deelnemers (9%) gecompenseerde cirrose (FIB-4 ≥ 3,25) en hadden 166 (42%) ook een hiv-infectie. Contact op afstand slaagde na 4 weken bij 394 deelnemers (99%) en na 22 weken bij 335 (84%). SVR werd bereikt door 379 van 399 deelnemers (95%). Drie deelnemers verloren hun medicatie; 1 staakte de behandeling voortijdig wegens bijwerkingen. 15 deelnemers (3,8%) bezochten de arts terwijl dat niet gepland was: 3 keer in verband met bijwerkingen en 6 keer in verband met afwijkingen bij screening. Geen van de ernstige bijwerkingen die in totaal 14 deelnemers (3,5%) meldden, hield verband met de behandeling.
Bron