De baseline NT-proBNP-spiegel is voorspellend voor het risico op hartfalengerelateerde events. Deze spiegel is niet van invloed op het behandeleffect van sacubitril/valsartan bij patiënten met HFpEF. Naast een presentatie tijdens het ACC-congres verschenen deze resultaten van de PARAGON-HF-trial in JACC: Heart Failure.
Sacubitril/valsartan vermindert de NT-proBNP-spiegel bij hartfalen, zowel met verminderde (HFrEF)) als met behouden ejectiefractie (HFpEF). Bij patiënten met HFpEF resulteert dit medicijn niet in significant minder ziekenhuisopnames vanwege hartfalen en cardiovasculaire (CV-)mortaliteit in vergelijking met valsartan.
Sacubitril/valsartan versus valsartan
In de PARAGON-HF-trial kregen 4796 patiënten met HFpEF en een verhoogde NT-proBNP-spiegel willekeurig sacubitril/valsartan of valsartan. De mediane NT-proBNP-spiegel op baseline was 911 pg/ml. Die spiegel was sterk geassocieerd met het primaire eindpunt, een samenstelling van opnames vanwege hartfalen en CV-mortaliteit (rate ratio 1,68 per log-toename in NT-proBNP; p < 0,001). Dit verband was:
- sterker bij patiënten met atriumfibrilleren (AF) dan bij patiënten zonder AF (aangepaste RR 2,33 versus 1,58; p-waarde voor interactie < 0,001); en
- zwakker bij personen met obesitas dan bij niet-obese patiënten (aangepaste RR 1,50 versus 1,92; p-waarde voor interactie < 0,001).
Invloed van NT-proBNP-spiegel
De NT-proBNP-spiegel op baseline had geen significante invloed op het behandeleffect van sacubitril/valsartan in vergelijking met valsartan (p-waarde voor interactie = 0,96). Sacubitril/valsartan verlaagde de NT-proBNP-spiegel met 19% (p < 0,001) in vergelijking met valsartan 16 weken na randomisatie. Die spiegel nam in vergelijkbare mate af bij mannen (20%) en bij vrouwen (18%) en bij patiënten met linkerventrikelejectiefractie ≤ 57% (20%) en bij degenen met een ejectiefractie > 57% (18%). Een daling van de NT-proBNP-spiegel ging gepaard met een lager risico op het primaire eindpunt.
Bronnen