Via analyse van uitgeademde lucht kan met een relatief hoge accuratesse worden vastgesteld of bij patiënten met maligne mesothelioom sprake is van stabiele of progressieve ziekte. Dat blijkt uit een studie van Belgische onderzoekers.
Onderzoekers van de Universiteit van Antwerpen gingen na of analyse van uitgeademde lucht van patiënten met mesothelioom onderscheid kon maken tussen patiënten met en zonder een respons op behandeling. Zij maakten bij 15 patiënten met mesothelioom voorafgaand aan de behandeling een CT-scan, en herhaalden die iedere 3 maanden na de behandeling. Voor de studie werden 106 zogenaamde vluchtige organische stoffen in de uitgeademde lucht onderzocht. Recente studies suggereren dat deze stoffen gebruikt kunnen worden om op een niet-invasieve manier longziekte te onderzoeken. Tevens probeerden de Vlaamse onderzoekers om met de analyses het effect van de behandeling te voorspellen.
De elektronische neus bleek in staat om met een accuratesse van 81,2% onderscheid te maken tussen responders en non-responders. De area under the curve (AUCROC) was 73%. Tevens bleek het mogelijk om met een meting voorafgaand aan de behandeling de respons te voorspellen. Analyse van de uitgeademde lucht bleek met een accuratesse van 93,8 te responskans te voorspellen (AUCROC 87,5%). De onderzoekers zagen dat met name de vluchtige stoffen P15, P31, P47, P63, P79 en P95 van belang zijn als biomarker.
Het analyseren van uitgeademde lucht is een beloftevolle methode om de uitkomst van de behandeling te voorspellen bij maligne mesothelioom, aldus de onderzoekers. Zij willen de methode in toekomstig onderzoek verder valideren bij een grotere patiëntenpopulatie en willen nagaan of de biomarkers in uitgeademde lucht gebruikt kunnen worden om vast te stellen welke behandeling het meest geschikt is. Ten slotte willen zij de gevonden biomarkers identificeren met behulp van massaspectometrie.
Bron: