De natrium-glucose-cotransporter 2 (SGLT2)-remmer empagliflozine vermindert het risico op een combinatie van cardiovasculaire (CV) sterfte en hospitalisatie wegens hartfalen (HHF) bij patiënten met HF en een behouden ejectiefractie (HFpEF), ongeacht de aanwezigheid van diabetes mellitus type 2 (DM2). De resultaten werden gelijktijdig aan het congres gepubliceerd in het New England Journal of Medicine.
In de EMPEROR-Preserved-studie werden de effecten van SGLT2-remming bij HFpEF-patiënten met en zonder diabetes geëvalueerd. In totaal werden 5988 symptomatische HFpEF-patiënten (linkerventrikelejectiefractie (LVEF) > 40%) met en zonder DM type 2 uit 23 landen geïncludeerd. Patiënten moesten verhoogde N-terminaal pro B-type natriuretisch peptide (NT-proBNP) concentraties hebben (> 300 pg/ml bij patiënten zonder atriumfibrilleren (AF) en > 900 pg/ml bij patiënten met AF), evenals bewijs van structurele veranderingen in het hart of een gedocumenteerde voorgeschiedenis van HHF.
De gemiddelde leeftijd was 72 jaar, 45% was vrouw en de gemiddelde ejectiefractie was 54%. De patiënten kregen ofwel empagliflozine 10 mg per dag ofwel placebo naast behandelingen voor HFpEF en comorbiditeit. Het primaire eindpunt van de studie was een samenstelling van CV-sterfte of HHF. De mediane follow-up bedroeg 26 maanden; in die periode had 13,8% van de patiënten in de empagliflozine-groep en 17,1% van de patiënten in de placebogroep een primair event. Dit kwam neer op 6,9 vs. 8,7 events per 100 patiëntjaren (HR 0,79; 95%-BI 0,69-0,90, p = 0,0003). Het bleek dat dit effect voornamelijk verband hield met een lager risico op HHF in de empagliflozine-groep en trad op in alle vooraf gespecificeerde subgroepen (wel of niet DM2, de diverse LVEF-niveaus .
Het totale aantal HHF-events was met empagliflozine lager dan met placebo (HR 0,73), en de afname van geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) verliep langzamer in de empagliflozine-groep dan in de placebogroep (–1,25 vs. –2,62 ml/min/1,73 m2/jaar; p < 0,0001). Ernstige bijwerkingen deden zich voor bij 47,9% van de patiënten in de empagliflozine-groep en bij 51,6% van de patiënten in de placebogroep.
Bron
- Anker S, Butler J, Filippatos G, et al. Empagliflozin in heart failure with a preserved ejection fraction (EMPEROR-Preserved). N Engl J Med. 2021; Aug 27. DOI: 10.1056/NEJMoa2107038.
- Anker S. EMPEROR-Preserved: effect of empagliflozin on cardiovascular death and heart failure hospitalisations in patients with heart failure with a preserved ejection fraction, with and without diabetes. ESC Congress 2021.