Bij patiënten die vanwege acuut hartfalen opgenomen waren, gaf de SGLT2-remmer empagliflozine binnen 90 dagen klinisch relevante voordelen. Daarnaast werd empagliflozine goed verdragen. Prof. dr. Adriaan Voors (UMCG) presenteerde deze uitkomsten van de EMPULSE-studie.
In eerder onderzoek (EMPEROR-Reduced en EMPEROR-Preserved) is aangetoond dat empagliflozine bij patiënten met chronisch hartfalen het risico op cardiovasculaire sterfte of ziekenhuisopname vanwege hartfalen vermindert. Het was nog niet bekend of dit medicijn de klinische uitkomsten ook verbetert bij patiënten die vanwege acuut hartfalen opgenomen zijn.
De 530 patiënten die in de EMPULSE-studie werden gerandomiseerd, hadden een gemiddelde leeftijd van 68,5 jaar, 33,8% was vrouw, 33,0% had de novo acuut hartfalen en 45,3% had diabetes. De gemiddelde linkerventrikelejectiefractie (LVEF) op baseline was 35,1%, waarbij bijna één op de drie patiënten (31,9%) een LVEF van > 40% had.
Het primaire eindpunt was een klinisch voordeel na 90 dagen, een samenstelling van de periode tot aan sterfte door alle oorzaken, het optreden van een hartfalenvoorval (opname of spoedeisend ongepland polikliniekbezoek vanwege hartfalen), periode tot eerste hartfalenvoorval en een verschil van minstens 5 punten in KCCQ totale symptoomscore (KCCQ-TSS) ten opzichte van baseline.
De patiënten die met empagliflozine werden behandeld, hadden 36% meer kans om een klinisch voordeel te ervaren in vergelijking met de placebogroep (p = 0,0054). Dit effect was consistent voor alle onderdelen van het primaire eindpunt, te weten:
- sterfte door alle oorzaken: 4,2% met empagliflozine versus 8,3% met placebo;
- hartfalenvoorvallen: 10,6% met empagliflozine versus 14,7% met placebo; en
- KCCQ-TSS, gemiddelde toename vanaf baseline: 36,9 met empagliflozine versus 31,6 met placebo.
Empagliflozine werd goed verdragen. Zelfs een kleiner aantal met empagliflozine behandelde patiënten ondervond ernstige adverse events in vergelijking met de placebogroep (32,3 vs. 43,6%). Acuut nierfalen trad op bij 7,7% van de patiënten in de empagliflozine-groep en bij 12,1% in de placebogroep. Er werden geen gevallen van ketoacidose gemeld.
Bron: