Begin 2018 werd erenumab voornamelijk gestart bij patiënten met ernstige migraine, meer comorbiditeit, chronische migraine en meer gebruik van preventieve medicatie. In de loop van dat jaar kregen ook patiënten met minder ernstige migraine en met een bredere achtergrond dit medicijn, zo bleek uit een databaseanalyse die werd uitgevoerd in de Verenigde Staten.
In deze retrospectieve observationele analyse zijn de kenmerken geanalyseerd van migrainepatiënten die startten met erenumab. De prevalentie van comorbiditeit in deze populatie ligt hoger dan in de totale migrainepopulatie en zoals bekend is uit andere analyses. Angst was aanwezig bij respectievelijk 20,1 en 11,0%, depressie bij 17,4 en 11,6% en hart- en vaatziekten bij 9,3 en 6,4% van de onderzochte populatie.
Acute en preventieve medicatie
In het jaar voorafgaand aan de index-datum, de datum waarop voor de eerste keer erenumab werd voorgeschreven of toegediend, gebruikte 60,7-84,2% van de patiënten ≥ 1 medicijn voor de acute behandeling van hun klachten, met name triptanen, NSAID’s, opioïden en barbituraten. In die periode gebruikte 60-81,5% van de deelnemers preventieve medicatie waarvan anti-epileptica, antidepressiva, bètablokkers en botuline-toxine-A het vaakst werden geslikt.
Vaker erenumab voorgeschreven
Neurologen en hoofdpijnspecialisten startten bij patiënten met ernstige migraine vaker met erenumab in vergelijking met huisartsen (46,5 vs. 10,9%). Onder de patiënten die in de tweede lijn werden behandeld, was vaker sprake van comorbiditeit en een hogere ziektelast van de migraine dan het geval was in de algehele patiëntenpopulatie met migraine. Gedurende de studieperiode gingen huisartsen vaker erenumab voorschrijven (stijging van 7,6 naar 13,9%).
Daarnaast was er een trend dat erenumab vaker werd gestart bij ernstige dan bij minder ernstige migraine. Bij de patiënten die met erenumab startten, nam het gebruik van acute medicatie af.
Bron: