Mensen met de diagnose pancreaskanker hebben in het jaar voor de diagnose zes keer vaker galblaasontsteking of galstenen dan mensen die geen kanker hebben. Dat blijkt uit een Amerikaans databaseonderzoek. Marianna Papageorge, arts-onderzoeker bij de afdeling Heelkunde van Boston Medical Center, presenteerde de resultaten tijdens Digestive Disease Week 2022. Zij pleit voor een uitgebreidere differentiaaldiagnose bij galsteenlijden om een eventuele kanker in een vroeger stadium te ontdekken.
Mensen met pancreaskanker hebben verschillende abdominale symptomen, wat het stellen van de diagnose bemoeilijkt. De vroege symptomen lijken vaak op de klachten die optreden bij een galblaasontsteking of galstenen. Het is al langer duidelijk dat galsteenlijden een risicofactor is voor pancreaskanker. Desondanks is de daadwerkelijke incidentie van deze aandoening in de voorgeschiedenis van patiënten met pancreaskanker nooit onderzocht.
Papageorge zocht in het SEER-Medicare register naar de diagnostische gegevens van patiënten met een ductaal adenocarcinoom, het meest voorkomende type pancreascarcinoom. Ze beperkte zich daarbij tot patiënten die tussen 2008 en 2015 de diagnose pancreaskanker kregen. In totaal waren dat 18.700 patiënten. Ze onderzocht in hoeverre deze patiënten in het jaar voor de kankerdiagnose ook galsteenproblemen hebben gehad. Dit vergeleek ze met de incidentie van galsteenlijden in een cohort van bijna 100.000 mensen zonder kanker in een jaar tijd.
Van de patiënten met pancreascarcinoom had 4,7% galsteenlijden in het jaar voor de kankerdiagnose en bij 1,6% was de galblaas verwijderd. In een jaar tijd was de incidentie van deze galproblemen bij mensen zonder kanker respectievelijk 0,8% en 0,3%. De mensen met pancreaskanker hadden dus zes keer zo vaak galproblemen. Bijna de helft van de patiënten met pancreascarcinoom had stadium IV. Bij de patiënten bij wie in het jaar voor de kankerdiagnose galsteenlijden was vastgesteld, was de kanker vaker minder ver gevorderd (stadium I-III) dan bij patiënten zonder die diagnose. Deze patiënten konden vaker worden behandeld met pancreaticoduodenectomie (17,6%) dan de patiënten zonder voorafgaande galproblemen (12,9%).
Volgens Papageorge kan door een verbetering van de differentiaaldiagnose bij galsteenproblemen een eventuele kanker in een vroeger stadium worden ontdekt, zodat deze ook eerder kan worden behandeld. Die aanpak zou de hoge mortaliteit van pancreaskanker omlaag kunnen brengen.
Bron
Papageorge MV. Gallstone disease in the year prior to pancreatic cancer diagnosis: an opportunity for action. DDW congress 2022, presentatie 761.