Bij 1,4% van een groot Amerikaans cohort hiv-patiënten is COVID-19 vastgesteld; volgens de onderzoekers is het werkelijke percentage COVID-19-patiënten in dit hiv-cohort waarschijnlijk hoger. Factoren die in deze populatie een ernstiger verloop van COVID-19 voorspellen, zijn met name een verlaagd eGFR, een laag aantal CD4+-cellen (< 350) en obesitas.
Het betreft een analyse van gegevens die in de eerste maanden van de COVID-19-pandemie zijn verzameld. De patiëntgegevens waren afkomstig van 7 centra die deel uitmaken van het CFAR Network of Integrated Clinical Systems (CNICS). Het studiecohort bestond uit 13.862 hiv-patiënten van gemiddeld 52 jaar oud; 20% was vrouw en 58% was van Afro-Amerikaanse of Latijns-Amerikaanse komaf. Bij 198 patiënten werd COVID-19 geconstateerd, onder wie relatief veel vrouwen (27%) en veel patiënten van Afro-Amerikaanse of Latijns-Amerikaanse komaf (76%); ook kwam in deze groep een BMI van ≥ 30 relatief vaak voor (45%). Voor 38 (19%) patiënten was ziekenhuisopname nodig en 10 (5%) kwamen terecht op de intensive care; 8 ontvingen (4%) invasieve beademing en 4 patiënten overleden (2%). Ziekenhuisopname was in dit cohort geassocieerd met CD4+-waarden van ≤ 350 (aRR 1,77; 95%-BI 1,05–2,98), een leeftijd van ≥ 60 jaar (aRR 2,0; 1,13–3,54), al bestaand nierlijden met een eGFR van < 60 (aRR 1,76; 0,99–3,13); en BMI ≥ 30 (aRR 1,96; 1,02–3,78).
De onderzoekers maakten uit de resultaten op dat er ongelijkheden bestaan binnen de hiv-gemeenschap in de kans op COVID-19; hiermee moet rekening worden gehouden bij het screenen op en monitoren van COVID-19.
Bron