De IL-33-remmer tozorakimab heeft een niet-statistisch significant, maar wel consistent positief effect op de longfunctie bij COPD-patiënten met chronische bronchitis. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat het slijmophoping in de longen vermindert.
Tijdens ERS 2024 presenteerde Dave Singh (University of Manchester) de resultaten van de FRONTIER-4-studie (NCT04631016). Deze gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase II-studie onderzoekt het effect van tozorakimab bij patiënten met COPD en chronische bronchitis. Alle deelnemers hadden in de 24 maanden voorafgaand aan de studie, die deels plaatsvond tijdens de COVID-19-pandemie, ten minste 1 longaanval doorgemaakt. Zij werden gerandomiseerd naar een interventiegroep (n = 67; 600 mg tozorakimab subcutaan elke 4 weken) en een placebogroep (n = 68) en gedurende 28 weken gevolgd. Het primaire eindpunt van de studie is de prebronchodilator FEV1 (preBD FEV1) na 12 weken.
Gedurende de studieperiode was de preBD-FEV1 consistent hoger in de interventiegroep dan in de placebogroep met een (niet statistisch significant) verschil van 24 ml na 12 weken (80%-BI -15 tot 63). Dit verschil was groter bij patiënten die voorafgaand aan de studie meer exacerbaties hadden doorgemaakt (bij ≥ 2 exacerbaties per jaar: 69 ml; 80%-BI 9 tot 130).
Naast de preBD-FEV1 keken de onderzoekers ook wanneer er een eerste COPDCompEX-event optrad. Dit is een longaanval of (mildere) achteruitgang zoals gemeten met een dagboek. Deze periode was langer (= gunstiger) voor deelnemers in de interventiegroep (HR na 28 weken: 0,79; 80%-BI 0,57 tot 1,11; p = 0,186). Tot slot voerden zij bij 39 deelnemers een exploratieve analyse uit naar slijmophogingen (‘mucus plugging’) in de longen. Ook op dit eindpunt scoorde de interventiegroep iets gunstiger dan de controlegroep.
Singh en zijn collega’s concluderen dat de studie een signaal geeft dat tozorakimab een positief effect heeft op de longfunctie en het aantal CompEX-events. Daarnaast is tozorakimab het eerste biologische medicijn dat een effect lijkt te hebben op de slijmophoping.
De effecten van tozorakimab worden de komende jaren verder onderzocht in een drietal fase III-studies (NCT05166889 , NCT05158387 en NCT06040086). Deelnemers zullen COPD-patiënten zijn met een hoger exacerbatierisico (≥ 2 matige of 1 ernstige longaanvallen in de afgelopen 12 maanden).
Bron: